GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 398

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 398

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jan H. de Groot: bard van het zuiverste water.

Staten, had leren kennen als gewetenloos, genadeloos en doel in zichzelf. Het vijanddenken jegens de Sovj et-Unie - het land dat hij al vóór de oorlog bezocht - was hem tegelijkertijd volkomen vreemd. In lange artikelen deed hij in het naoorlogse VN pogingen om het communisme te 'ontdemoniseren'. Maar in feite kwam de keus tussen één van beide kampen hem voor als een kiezen tussen lood en oud ijzer. "Ik kies (partij)," schreef hij in de tweede helft van de jaren veertig een tegen zijn opvatting protesterende lezer van VN, "maar voor een derde standpunt. Ik (aanvaard) het dillemma Rusland-Amerika niet en verwerp (het) als een dodelijk dilemma." Voor veel Nederlanders en voormalige fans van zijn bijdragen aan het ondergrondse VN kwam een dergelijke opvatting al aardig in de buurt van landverraad. En als het dat al niet was, dan was in die ogen het toch zéker een laffe houding, te vergelijken met het handenwringend 'Heren, heren!!' roepen van een kastelein die, in zijn etablissement, de clientèle met elkaar op de vuist ziet gaan. De 'derde weg'. Alleen de term al leek Van Randwijk op het lijf geschreven. En niet slechts met betrekking tot de Koude Oorlog. Ook ten aanzien van 'de kwestie NederlandsIndië' nam hij lange tijd een tussenpositie in, voorstander als hij was van een onafhankelijk Indonesië, ondergebracht in een Nederlands gemenebest. In de door de uitgever terecht als 'kloek' omschreven biografie treedt 32

Van Randwijk in al zijn kracht én zwakheid naar voren. "Een intens levende, emotionele man, die zijn belangrijkheid niet ontleende aan zijn macht, maar van wie gezegd kon worden dat hij optrad als het geweten van een heel volk", heet hij op de achterflap. Een omschrijving die alleszins juist is. Dat is ook de mening van de nu 87-jarige Jan H. de Groot (kortweg: Jan H. voor zijn talloze vrienden en kennissen). De Groot - een dichter van het slag dat nu niet meer gemaakt wordt - is vele jaren intensief bevriend geweest met Henk van Randwijk; de echtparen De Groot en Van Randwijk kwamen veelvuldig bij elkaar over de vloer.

A

ls jong dichter leerde Van Randwijk de door hem vereerde, acht jaar oudere dichter kennen. Deze bard van het zuiverste water intrigeerde hem in hoge mate. Via De Groot belandde Henk met zijn eerste verzen in Opwaartsche Wegen, het tijdschrift waarin de 'jong-protestanten' hun hteraire ambities botvierden. De vriendschap zou, ondanks incidentele wrijvingen en wederzijdse irritaties, tot het einde van Van Randwijks leven in stand blijven; een unicum voor een moeilijk mens als Van Randwijk die nogal wat vriendschappen voortijdig zag stranden. In zijn Doornse serviceflat spreekt Jan H. nog altijd graag en gloedvol over Henk van Randwijk, aan wiens biografie hij, door middel van vele gesprekken met Mulder en Koedijk, belangrijk en met enthousiasme heeft bijgedragen.

Het geweten van een geheel volk. "Daaruit mag je wat mij betreft best concluderen dat Van Randwijk op en top een schoolmeester was - een moralist in hart en nieren. Dat was hij zelfs in het merendeel van zijn gedichten", aldus Jan H. de Groot. "Ook daarin vind je het belerende om de zoveel regels terug." Ter illustratie citeert hij de ongetwijfeld meest bekend geworden dichtregels van Van Randwijk, die zijn aangebracht in een muur op het inmiddels naar hem vernoemde Amsterdamse plantsoen dat tijdens de bezetting als openbare executieplaats diende. "Een volk dat voor tirannen zwicht/ zal meer dan lijf en goed verliezen,! dan dooft het licht. Dat is toch je reinste moralisme. Het klinkt mooi, zij 't toch ook wat pathetisch", meent De Groot. "Maar het klopt niet. Een volk zwicht niet voor tirannen. Mensen doen dat, maar gelukkig nooit allemaal tegelijk. Er zullen altijd groepen opstaan in een volk, die weerstand bieden. Het licht kan dus ook niet definitief doven. Dat wist Van Randwijk beter dan wie ook." De Groot had liever het slot van een ander gedicht van Van Randwijk op die muur gezien; een hartekreet die hij veel wezenlijker acht voor wat Van Randwijk bewoog, vóór, tijdens én na de oorlog: Gerechtigheid, o eindeloos beminnen. Nog niet... Nog niet... Nog niet... Jan H.: "Daar heb je Van Randwijk ten voeten uit! Dat zijn regels die me wat doen! En eerlijker dan welke volzin ook. Maar misschien komt dat wel door het vleugje wanhoop dat erin doorkhnkt. Een tikje desillusie ook. Want dat was hij: gedesihusioneerd bij tijd en wijle, ondanks de gedrevenheid die hem tot het eind is blijven vergezellen." Een jongen met een vlieger in zijn hand, die nooit werd opgelaten? "Precies: een jongen met een vlieger in z'n hand. Een vlieger die de lucht niet in wilde. En een jongen die desondanks bleef draven met dat ding."D

Naar aanleiding van: Gerard Mulder en Paul Koedijk: H.M. van Randwijk; een biografie. Nijgh & Van Ditmar, f49,50 (paperback), f59,50 (gebonden).

VU-MAGAZINE—OKTOBER 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 398

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's