GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 305

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 305

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

hand eens in eigen boezem steken: als zij een wat minder lelijke omgeving creëren, komt ieder op tijd op het werk en is ook de oplossing voor de verkeersproblematiek weer wat naderbij gebracht.

Schriftuurlijk Foto Rijksuniversiteit Utrecht

wand hechten, hetgeen ontstekingen kan veroorzaken. Samen met ijzer kan een teveel aan vitamine-C dit infectiegevaar vergroten. Het lukraak innemen daarvan is dus wel degelijk riskant. En hetzelfde geldt voor staalpillen waarvan het gebruik alleen in geval van bloedarmoede verantwoord is. Paracelsus zei het al: in feite wordt élke stof die de mens tot zich neemt giftig, wanneer de dosis hoog genoeg is.

Omweg Met de infrastructuur van Nederland is het zo slecht nog niet gesteld: zo zijn er vijftien routes om vanuit Gouda in Delft te geraken. Dat is prettig, bijvoorbeeld voor mensen die voor hun werk tweemaal daags de afstand tussen deze twee plaatsen moeten overbruggen. Nader onderzoek leert echter dat de direct betrokkenen gemiddeld maar vijf van de vijftien alternatieven kennen. Deze cartografische onkunde kwam genadeloos aan het licht toen medewerkers van het Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie & Architectuur van de Technische Universiteit Delft, 350 pendelende werknemers over hun reisgedrag aan de tand voelden. VU-MAGAZINE—JUU/AUG. 19

De kortste weg, zou men verwachten, heeft de voorkeur. Niet echter tussen Gouda en Delft. De forens verkiest op dat traject een aantrekkelijke, afwisselende omweg, boven de qua afstand en reistijd meest gunstige route door een lelijke omgeving. Hoe afwisselender de weg, des te korter deze de reiziger voorkomt. Men mijdt rechte polderwegen en stedebouwkundige wanprodukten zoveel mogelijk. Want tussen rijen gelijkvormige flats en eentonige utiliteitsbouw raakt de reiziger alras de oriëntatie kwijt. Niet echt opzienbarend, maar nu wel wetenschappelijk vastgesteld, zo lichten de onderzoekers in een vlaag van te waarderen zelfkennis hun resultaten toe. Maar laten die stedebouwkundigen nu eerst de

Drie op de vijf Nederlandse gezinnen heeft een bijbel in huis. Dat is strikt genomen meer dan vijftien jaar geleden. Betekent dit dat Nederland een herkerstening doormaakt? Geenszins. In dezelfde periode is de eerder ingezette ontkerkelijking spectaculair toegenomen: van dertig procent in 1974 tot 46 procent dit jaar. Iets minder dan de helft van de bevolking rekent zich dus niet meer tot enig kerkgenootschap. En eigenlijk is dat aantal nog groter. Tellen we bij deze groep degenen die wel tot een kerk zeggen te behoren, maar daarmee geen enkele band meer gevoelen, dan houdt inmiddels zo'n 55 procent van de Nederlanders de kerk voor gezien. Al deze wijsheid ontlenen

wij aan het verslag van een onderzoek naar "Bijbelbezit en bijbelgebruik in Nederland', door Intomart verricht in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBGj - zojuist 175 jaar geworden en de NCRV. Het is een herhaling van peilingen die in '74 en '81 plaatsvonden. Hoewel er voor het NBG - louter commercieel gezien - nog geen wolkje aan de lucht is, dreigt het zieleheil van ons volk toch flink te verpieteren. Want al die uitgezette bijbels betekenen niet dat men ze ook raadpleegt: nog geen kwart van de bezitters leest er in. En dat zijn er minder dan in '74 en '81. Desinteresse is het meest genoemde motief daarvoor. Een verklaring voor het feit dat er desondanks zoveel bijbels in omloop zijn, valt eveneens uit het rapport te halen. Het merendeel der bijbelbezitters kocht zijn exemplaar niet zelf, maar kréég er een. Schriftuurlijk gesproken valt dat zaad dus steeds vaker op rotsige bodem.

39

Tekening Aad Meijer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 305

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's