GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 113

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ingeroepen om de politiek te corrigeren, illustreren de onhoudbaarheid van deze vertelling evenzeer, De vierde vertelling schetst de emancipatie van armoede tot 'rijkdom voor iedereen', die het economisch liberalisme ons belooft, mits de industriële produktiewijze zich vrij mag ontplooien. Armoede en honger zouden in deze vertelling definitief plaats maken voor voorspoed en geluk. Voorzover van deze vertelling al iets terecht gekomen is, geldt dit slechts het zogenaamde 'Vrije Westen'. Dan is alleen geen rekening gehouden met regelmatig optredende economische crises, waarvan de effecten met name de mensen in de marges van de samenleving treffen. Voor velen is Lyotards ontmaskering van deze vier vertellingen zo niet aanvaardbaar dan toch zeker navoelbaar, Zijn redenering is zelfs door te trekken. Wanneer we het functieverlies van politieke partijen aanstippen, de ontkerkelijking, of vercommercialisering van de media, dan bedoelen we in feite hetzelfde als Lyotard met zijn bankroet van de 'grote vertellingen'. Maar als alle 'grote vertellingen' bankroet zijn en vooruitgang als verhaal ontmaskerd, wat doen we dan met deze boodschap en met de brenger daarvan? Is Lyotard de Cassandra van onze tijd? Of valt, op basis van dergelijke analyses, toch nog een lichtpuntje aan te geven?

n de wetenschap lijkt zo'n lichtpunt moeilijk te vinden; moeilijker dan in bijvoorbeeld de kunst. In navolging van onder meer André Glucksmann stelt Lyotard dat, aan de hand van de theorieën van zijn voorgangers (ook van hen die bevrijding beloofden), bedoeld of onbedoeld miljoenen mensen naar gevangenissen en abatoirs zijn geleid. Dit feit moet ons leren relativeren. Maar vooral moet het ons de beperking leren inzien van de mogelijkheid om, aan de hand van wetenschappelijke inzichten, de samenleving naar onze smaak in te richten. Natuurlijk kunnen wij daarnaar blijven streven, maar dan zónder de pretentie dat ónze inriching de enig mogelijke en daardoor juiste is. Juist op dit punt blijkt er een samenhang tussen het postmoderne weten en bijvoorbeeld de postmoderne architectuur. Reeds vóór de Tweede Wereldoorlog bepleitte Frank Lloyd Wright (18671959) een architectuur waardoor "het huis als gesloten doos gedeconstrueerd werd" (de vierkante gevangenis opengebroken werd), zodat een vloeiende overgang tussen gebouwde en ongebouwde omgeving kon worden bewerkstelligd. Deconstructivistische architectuur is ook nu in. Dit impliceert onder meer het afzien van voortgaande verstedelijking. Liever verspreid over een land, een provincie, diverse middelgrote woongebieden dan een 'Randstad/Wereldstad', al is dat nog de droom van de scheppers van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening. VU-MAGAZINE—MAART 1989

In de wetenschappen stellen mensen als Jacques Derrida dat begrippen gedeconstrueerd moeten worden. Daarmee bedoelen zij dat de centrale rol die bepaalde begrippen in sommige takken van wetenschap spelen, en die een theorie binnen een theorie vormen, moet worden afgebroken. Als er al een werkelijkheid is, laat die zich alleen dankzij de taal kennen. Wanneer we abstracte, met behulp van taal beschreven verschijnselen werkelijkheidswaarde toekennen - zoals we inmiddels hebben gedaan met begrippen als 'vooruitgang', 'staat' en 'democratie' - dan keren deze begrippen zich op een gegeven ogenblik tegen ons. Dan kunnen we alleen nog in die termen denken, en zijn we gevangenen van ons eigen denken geworden. Het wordt tijd dat we ons daarvan bevrijden.

E

en mogelijke conclusie is dat wetenschap kan helpen om de samenleving te ordenen. Maar deze ordening zal slechts voor een relatief beperkte groep zeggingskracht hebben. In plaats van één toren van Babel, kunnen we beter elk ons eigen nachtverblijf creëren. En wie weet blijkt dan toch nog enige samenwerking met anderen mogeijk; bijvoorbeeld op het gebied van milieuverbetering. Op deze wijze kunnen we, a la A/esc/o's Titaantjes, kleine rotsblokjes opstapelen om De Waarheid van haar voetstuk te stoten. En daarmee was Nescio dan ook waarschijnlijk de eerste Nederlandse postmodernist, want zijn Titaantjes

Op een gegeven ogenblik keren deze begrippen zich tegen ons en zijn we gevangenen van ons eigen denken. werden gekapitteld en gingen bovendien in de verkleinvorm door het leven. Tja, "jongens waren we - maar aardige jongens". D Geraadpleegd zijn onder meer: S.W. Couwenberg: 'Opstand der burgers; De Franse Revolutie na 200 jaar', Kok Agora, 1988; Charles Jenks: 'Post-Modernism; The New Classicism in Art and Architecture', 1987; J.M.M, de Valk: 'Over de Franse Revolutie' (een bloemlezing uit het werk van Alexis de Tocqevllle), Kok Agora, 1987; Jean Francois Lyotard: 'Het Postmoderne weten. Een verslag'. Kok Agora, 1987; Wetenschap en Samenleving, aflevering 4, jaargang 40,1988; H.E.S.WoldrIng: 'De Franse Revolutie; een aktuele uitdaging'. Kok, (verschijnt binnenkort). Drs Frank R. Boddendijk is als politicoloog verbonden aan de Vrije Universiteit.

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's