GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 73

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

functies in de moderne tijd vervuld? Er wordt altijd gezegd dat je de voortzetting ervan in de museumkunst kunt vinden, maar waarom eigenlijk? Is het niet veeleer zo dat die hele visuele communicatie - ten dienste van uiteenlopende opdrachtgevers en voor en van een zo groot mogelijk publiek - elders wordt verzorgd? En waar dan?" Kempers herhaalt zijn antwoord op die vraag: "Gemeten naar de functie die kunstenaars als Rafael vervulden, komen de reclamemakers er eerder voor in aanmerking dan de huidige museale kunstenaars." Een uniek standpunt? "Ik weet niet of niemand het eerder heeft gezegd. In ieder geval is er niet voldoende naar geluisterd."

D

reclame "De reclamemakers hebben voor hun communicatie ook een inventiever gebruik gemaakt van kunstwerken dan socialisten, die niet verder gekomen zijn dan een naakte vrouw met een koe en de vuist met de roos."

'i;

k ben er niet op uit negatieve reacties uit te lokken, maar -ik ontloop ze ook niet," zegt Kempers in een toelichtend gesprek, enkele dagen na het uitspreken van de oratie. "Het zou me wel verbazen als die reacties uitbleven. Het is niet mijn bedoeling om de loftrompet over de reclame te steken, maar een zeker respect spreekt wel uit mijn woorden. Reclamemakers zullen mijn beweringen ook zeker niet als een straf ervaren, maar dat is een neveneffect." "Ik heb gewoon gedacht: wat waren de functies van de schilderkunst in met name de Renaissance in Italië en wat voor beroepsposities ontleenden kunstenaars daaraan? Dan is de volgende vraag: hoe worden die VU-MAGAZtNE—FEBRUARI 19

e ideeën van Kempers kunnen niet worden afgedaan als een zondagmiddagoverpeinzing. De basis ervoor legde hij in een uitgebreid onderzoek naar de ontwikkeling van het schildersberoep in de Italiaanse Renaissance. Op de resultaten van dit onderzoek, het proefschrift Kunst, macht en mecenaat, promoveerde hij in 1987. Kempers beschrijft hoe, in de periode 1250-1600, in Midden-Italië een proces van staatsvorming en verstedelijking plaatsvond. Geestelijken, kooplieden en vorsten lieten in snel tempo omvangrijke gebouwen verrijzen. Voor de decoratie deed men een beroep op schilders, onder andere omdat het laten weven van wandtapijten te lang duurde. In hun werk verheerlijkten de schilders de macht van hun opdrachtgevers. Zo kregen zij de kans om - gedurende een aantal generaties - hun vakmanschap tot een verbluffend niveau te ontwikkelen, hun eigen aanzien te verhogen en zich als beroepsgroep te vestigen. Het slothoofdstuk van het proefschrift sluit nauw aan op de inaugurele oratie van Kempers, Hierin schrijft hij dat er inmiddels andere beroepsgroepen zijn ontstaan, die andere technieken hanteren, zoals fotografen, filmers en vormgevers. Zij hebben de traditionele functie van schilders overgenomen. "Beeldende kunstenaars spelen nauwelijks nog een rol in het uitbeelden van de grandeur van de staat, de beschaving van bestuurders, de heilzame.

welvaartscheppende functies van banken en bedrijven, of de dienende en verzorgende functies van verzekeringsmaatschappijen of ziekenhuizen." Doordat andere beroepsgroepen bepaalde taken overnamen, kon in de huidige tijd het beroep van vrije kunstenaar ontstaan. Die vrijheid moeten we echter niet al te letterlijk verstaan, licht Kempers toe. "Een groot deel van de kunstenaars is zijn opdrachtgevers kwijtgeraakt. Maar of dat altijd een bevrijdend gevoel veroorzaakt heeft, betwijfel ik. De afhankelijkheidsrelaties verschuiven slechts. Tenzij je natuurlijk een gentleman of leisure bent, maar dat zijn de meeste kunstenaars niet. Ze zijn dan wel niet meer afhankelijk van opdrachtgevers, maar wel van de sociale dienst, of een kunstcommissie, of een vrouw die in de winkel staat." Kempers bestudeert afhankelijkheidsverhoudingen en veranderingen Affiche van daarin. Van oordelen over de kwali- Fré Cohen, 1930. teit van werk wil hij zich als socioloog het liefst onthouden. Dat maakt het des te opmerkelijker dat hij zich in een recensie van Stadcultuur in Italië van Peter Burke in

'De meeste kunstenaars zijn niet meer afhankelijk van opdrachtgevers, maar wel van de sociale dienst of een kunstcommissie.' NRCI Handelsblad hevig opwond over de typografie. Hij verweet de uitgever van de Nederlandse vertaling "het trancheren van een tournedos met plastic bestek".

I

.S het uiterlijk van boeken een veronachtzaamd gebied? "Ja, en voor zover ik persoonlijke zendingsdrang heb, is dat hier. Er wordt de laatste jaren gelukkig aandacht geschonken aan de manier waarop iets geschreven wordt, maar het op een fatsoenlijke wijze uitgeven is nog steeds niet ingeburgerd. Zeker niet in de wetenschappelijke sector. Ik vind dat belangrijk om onder de aandacht te brengen, voor27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 73

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's