GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 343

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 343

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

tijdsgewricht, moeten we ons behelpen met de slappe aftreksels ervan. In de term 'pseudo-charisma' zoemen zachtjes de nostalgische ondertonen mee. Het is een term die miskent dat de verhouding tussen politicus en kiezer een heel andere is geworden. Iets daarvan geeft Sjaak Toonen wel aan wanneer hij zegt dat niet de burger maar de partijen op zoek naar charisma zijn. Maar de consequenties daarvan laat hij buiten beschouwing. Mijns inziens is er sprake van een kwalitatieve omslag waardoor ieder onderscheid tussen 'echt' en 'pseudo-charisma' zinloos is geworden. Het verschü tussen toen en nu kan wat mij betreft kort getypeerd worden. De kiezer is de baas en de politicus is zijn nederige slaaf, terwijl dat vroeger andersom was. Het idee dat poHtici bedelen om de gunsten van de kiezer en voortdurend zich het hoofd breken over hoe in de smaak te vaUen, was vroeger ondenkbaar. De charismatisch politicus was een autoritair leider die zijn gedweeë schaapjes de goede kant op leidde. Hij was altijd een man met redenaarstalent, iemand die de massa's toesprak en er soms in slaagde die massa's onder hypnose te brengen. Zapp

32

In het televisie-tijdperk is de massa uiteengevallen in individuen. In verkiezingstijd mogen politici graag suggereren dat ze de massa opzoeken: handen schudden op een marktplein, op werkbezoek naar Friesland, poolshoogte nemen in verpauperde buurten. Maar het is een geënsceneerd contact met de massa. Dat de politicus het land intrekt is vanuit electorale overwegingen betekenisloos; in de provincie kan hij hooguit een handjevol mensen overtuigen. De enige werkelijke betekenis ligt erin dat de televisie het uitzendt. Daar zijn de miljoenen te vinden. De televisie-kijkende kiezer moet ervan overtuigd worden dat de zaken van het volk de pohticus ter harte gaan. Probleem is alleen dat het miljoenenpubUek gefragmenteerd is, de massa is opgelost in talloze atomen en er valt voor een charismatisch leider in spe nauwelijks nog iets aaneen te smeden. De televisie-kijkende kiezer zit alleen of met een paar anderen in de huiskamer en laat zich slecht hypnotiseren. Hij beoordeelt

v u MAGAZINE SEPIïArtBER 1992

elke boodschap en uitzending vooral naar de amusementswaarde. Is het allemaal oersaai? Zapp, door naar een ander net. Daar heb je Derrick. Is veel leuker. Politici voeren, vooral in verkiezingstijd, een hardnekkig gevecht tegen de onverschilligheid. In plaats van de aandacht op vanzelfsprekende wijze af te dwingen, zoals de charismatische leider van weleer, moeten ze er bijna om smeken. Nooit is er zoveel gesproken over 'de kloof tussen politiek en burger' als de laatste jaren en de meeste politici zijn maar al te graag bereid die kloof te dichten. De politicus voelt zich onzeker. Hij wil graag geliefd zijn en is hartstochtelijk op zoek naar datgene wat hem populair, een stem van het volk, zou kunnen maken. Vandaar die onophoudelijke opiniepeilingen en enquêtes: de burger moet uitgehoord worden: wat interesseert hem, waar maakt hij zich kwaad om, wat zijn zijn diepste verlangens? De pohtiek legt het oor te luisteren en probeert het gemurmel dat uit het volk opstijgt, te ontcijferen en in kant en klare boodschappen om te zetten. Een van de voornaamste wapens in de strijd tegen de onverschiUigheid, is de presentatie van de politicus als bijzondere persoonlijkheid; het type

dat goed overkomt op tv, iemand naar wie je wel een minuutje wenst te kijken. Het land waar die 'personalisering' van de pohtiek het verst is voortgeschreden is, zoals bekend, Amerika. En Ronald Reagan, de voormaHge acteur, wordt steevast genoemd als het prototype van die tendens waarbij het uitsluitend nog gaat om persoonhjkheden ten koste van de boodschap. Niet ten onrechte: Reagan was de meester van het rollenspel, de kampioen van de vorm zonder inhoud. Eenieder met gevoel voor stijl kreeg van Reagan waar voor zijn geld. Zijn niet te breken opgewektheid moet verklaard worden uit het ontbreken van een boodschap. Het hebben van een boodschap, van een missie of politiek ideaal, maakt melancholiek. Idealen zijn er niet om gerealiseerd te worden, en dat is neerdrukkend. De zwaarte van de inhoud ruilde Reagan in voor de lichtheid van de vorm. Reagans glimlach drukte een leegte uit: ik heb niets te zeggen, maar schaam mij daar niet voor; wees bhj dat ik niets te zeggen hebt, de leegte heeft zoveel aantrekkelijks. Kleurloos Toch denk ik niet dat Reagan de meest uitgesproken representant is

IEDERE POLITICUS WIL GRAAG WAT UITSTRALING BEZITTEN.

van de personalisering van de politiek. Zijn opvolger George Bush is een veel typerender voorbeeld. Bij Bush zie je als onder een vergrootglas een eigenaardig verschijnsel. Een paradox zogezegd. De nadruk op persoonlijkheid leidt namelijk tot onpersoonlijkheid. Ogenschijnlijk is Bush een saaie, oncharismatische man. Een man zonder eigenschappen, om met Robert Musil te spreken. "Hij beschouwt niets als vast, geen Ik, geen orde" schreef Musil over Ulrich, de hoofdpersoon van de roman. Ulrich was een man zonder eigenschappen vanuit een kritische intentie: hij wenste afstand te nemen van alle zogenaamde zekerheden en overtuigingen en een distantie bewaren ten aanzien van alle heersende machten. Bij iemand als Bush is het andersom: weliswaar kent ook hij geen roestvrijstalen overtuigingen, maar die principeloosheid dient ervoor om des te beter de macht te kunnen handhaven. Van Bush kun je zeggen dat zijn persoonlijkheid kleurloos is. Maar wat een zwakte lijkt, kan ook als kracht gezien worden. Een onbeschreven blad laat zich gemakkelijk inkleuren naar de behoeften van het moment. Feilloos reageert de leider op signalen uit de omgeving, neemt

een andere gedaante aan en ruilt de ene eigenschap in voor een andere. Bush heeft zich gepresenteerd als milieu-president, als onderwijs-president, als veihgheids-president; als wankelmoedig en als resoluut staatsman; als duif en als havik. Voor elk wat wils en alles op zijn tijd. Elk jasje zit hem als gegoten. De politieke man zonder eigenschappen is bang om uit de gratie te raken, alert reageert hij op de nieuwste grillen van het pubhek. Het bezit van een charismatische persoonlijkheid is een kostbaar kleinood, maar persoonlijkheid moet vooral niet verward worden met een vast karakter; de moderne pohticus op zoek naar charisma is in de eerste plaats flexibel. Iemand als Joop den Uyl was de belichaming van een ouderwets soort politiek. Hij was een karakter, een man mét eigenschappen. "Het arbeideristisch image en het te ingewikkeld praten van Den Uyl zullen moeten worden weggewerkt in een onverdachte poging een nieuwe Den Uyl te creëren", stelde in 1971 de toenmalige campagne-deskundige Marcel van Dam voor. Maar al die pogingen om van Den Uyl een man zonder eigenschappen te maken, waren tot mislukken gedoemd. Hij was en bleef een karakter, een man

met een missie, iemand om te bewonderen of te verguizen. Zijn persoonlijkheid het zich slecht kneden naar de veronderstelde behoeften van de massa. Een hopeloos geval dus. "Joop, het is niet persoonlijk bedoeld, maar ik kan niks meer met j e " , zei campagneleider Bode in 1981. Satanisch D e W D had het allemaal beter begrepen. Daar ging men bij het volk te rade. De tijdgeest, zo had men begrepen, vraagt een pohtiek leider die j o n g en dynamisch is, iemand die het opwindende Veronica-gevoel uitstraalt. Nijpels, die moest het worden, de man die het in zich heeft om gehefd te worden bij het moderne volk. Het succes bij de eerstvolgende verkiezingen was inderdaad overweldigend. Het verhes bij de daaropvolgende verkiezingen was evenwel nog veel en veel imponerender. Je zou het de wraak van de kiezer kunnen noemen. Hartstochtehjk is de moderne pohticus op zoek naar charisma. Hij wil graag aardig gevonden worden, populair zijn onder het volk. Hij is bereid zich in alle bochten te wringen en iedere eigenschap in te ruüen voor een andere. Nauwlettend ziet hij er op toe dat de kloof tussen pohtiek en burger niet te groot wordt. Zijn publiek wordt uitgehoord en dat geeft ogenschijnlijk keurig antwoord op de enquêtevragen en de opinie-peilingen. Even wekt de kiezer de indruk het spel netjes mee te spelen en de naar sympathie en charisma hunkerende pohticus te ondersteunen. Ja, we vinden je aardig, je bezit charisma en aan j o u geven we ons vertrouwen, lijkt het van verre uit de talloze huiskamers met televisie op te klinken. Maar zijn onverschilligheid en grilligheid laat de burger niet graag varen. M e n raakt moe van die naar gunsten dingende opdringerige figuur, moe van zijn gebedel en gesmeek. Als een romeinse keizer steekt de kiezer de duim omlaag naar de pohticus in de arena. Men laat hem vallen. Met satanisch genoegen.

Naar aanleiding van: Sjaak Toonen - Op zoek naar charisma: Nederlandse politieke partijen en hun Ujsttrekkers 1963-1986. V U uitgeverij, f 4 5 , -

.

33

v u MAGAZINE SEFTOvBER 1992

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 343

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's