GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 506

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 506

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DUBBELE

PUNT

"Het populariseren van wetenschap is zeker belangrijk. Ik vind dat mensen toch wel enig idee over wetenschap moeten hebben. Niet dat ze precies moeten weten wat een gen of een elektron is, maar een soort gevoel voor wat een wetenschappelijk experiment is, en wat het inhoudt dat er een bepaalde vinding is gedaan. En vooral, dat we nog zo veel niet weten, en dat het over veertig jaar inderdaad allemaal heel anders blijkt te zijn. Maar wetenschap is natuurlijk ook entertainment, tenminste, voor mij. Net als kunst en sport. Wat dat betreft is het opvallend dat de wetenschapskaternen van de kranten zo verschillend zijn - veel meer dan bijvoorbeeld de sport- of de kunstbijlagen: die hebben allemaal dezelfde verslagen, dezelfde recensies, terwijl de wetenschapsbijlagen er allemaal anders uitzien. Hoe komt dat?" Hugo Brandt Corstius in Het Parool, 7 oktober. "Ook nu zijn de verwachtingen over de toekomst van de menselijke communicatie weer hooggespannen. Aan de wetenschapsjournalist de taak om dat kritisch te blijven belichten en niet teveel mee te gaan met de hype van de dag. Dat is niet eenvoudig als diezelfde ontwikkelingen redelijk onvoorspelbaar zijn en bovendien het medium van de journalistiek zelf van karalcter doen veranderen. Wie met veel plezier de nieuwe mogelijkheden van computernetwerken in eigen werk toepast, heeft wellicht minder oog voor de risico's. Bovendien zijn de meeste wetenschapsjournalisten in Nederland bèta's, net zo gevoelig voor de verlokkingen van de high tech als de gemiddelde natuurwetenschapper en ingenieur." In programmaboek Wetenschap &) Techniekweek, oktober.

Media

Het feestje van Claudia Severe In het noorden van de Romeinse provincie Britannia schreef ene Claudia Sever a omstreeks 100 voor Christus een briefje aan haar vriendin Sulpicia Lepidina. Ze wilde Sulpicia uitnodigen voor haar verjaardagsfeest. 'Kom alsjeblieft, en geef door je komst de dag extra glans. Doe vooral ook de groeten aan je man, Cerialis.' Het in Latijn gestelde briefje van Claudia werd bijna twee millennia later gevonden in het hedendaagse Britannia: in het noorden van Engeland, bij het oude grensfort Vindolanda. Daar kunnen nu nog steeds resten van de muur van Hadrianus worden bewonderd. Het briefje is eigenlijk geen briefje; het is geschreven op een twee millimeter dik houten schrijftablet. Er zijn nu zo'n tweehonderdvijftig van dergelijke ego-documenten gevonden. Merendeels zijn het gortdroge loonstaten of prijsopgaven, maar een enkele keer is een persoonlijke boodschap bewaard gebleven. Dat mag toch bijzonder worden genoemd, omdat van de vijftig a tachtig miljoen inwoners van het Romeinse rijk in de eerste eeuwen van onze jaartelling nog geen tien procent van de volwassen mannen kon lezen en schrijven. Bij vrouwen was het analfabetisme zelfs zo'n 95 procent; Claudia Severa behoorde dus tot een klein gezelschap. In het Romeinse leger bestond een grote behoefte aan soldaat-schrijvers. Ze werden dikwijls vrijgesteld van hun talken aan het front. In de loop der eeuwen produceerden ze een geweldige hoeveelheid tekst, waarvan nog maar een fractie bewaard is gebleven. De krijgskundige Vegetius schreef destijds: 'Dagelijks

WETENSCHAP,

CULTUUR

wordt van het hele legioen in de registers opgetekend wat er zoal te doen is op een dag (...) en dat gebeurt met haast nog groter zorgvuldigheid dan de optekening van belastingzaken door het

burgerlijk bestuur'. Er zouden in de eerste drie eeuwen na Christus alleen al zo'n 225 miljoen loonstaten van Romeinse soldaten moeten zijn geproduceerd. Daarvan zijn er nu welgeteld vijf gevonden en bewaard. 'Geletterdheid in de Romeinse keizertijd' is een van de meer aansprekende verhalen in het jongste nummer van het maandblad Spiegel Historiaei. De andere verhalen (onder meer:

marmer in Rome, de dekolonisatie van Suriname, parallellen tussen Italië en Verdi en Nederlandse tijdschriften uit de negentiende eeuw) staan als een huis, maar zijn eigenlijk minder geschikt voor een tijdschrift dat zich ook op niet-professionele historici richt. Spiegel Historiaei, dat nu zijn dertigste jaargang beleeft, oogt gedegen en betrouwbaar en helaas ook saai. Dat is niet nodig, omdat het bovenstaande verhaal aantoont dat geschiedenis ook spannend kan zijn. Spiegel Historiaei heeft te weinig blikvangende artikelen om de lezer in het tijdschrift te 'trekken'; een euvel dat goeddeels te verhelpen zou zijn met wat uitbundiger illustratiemateriaal. Er zijn maar enkele foto's gebruikt die het formaat van een ansichtkaart benaderen; de rest is weinig groter dan een fikse postzegel. En met eenvormigheid is noch de geschiedenis, noch een geschiedkundig tijdschrift gediend, (MT) Spiegel Historiaei, maandblad voor geschiedenis en archeologie, is een uitgave van Sdu uitgeverij Koninginnegracht in Den Haag. Losse nummers: f. 12,50.

Tijs Goldsciimidt wint prijs De auteur Tijs Goldschmidt heeft voor zijn boek 'Darwins hofvijver. Een drama in het Victoriameer' (Prometheus, 1994) de KijK/Wetenschapsweekprijs voor het beste populair-wetenschappelijke boek gekregen. De prijs, ter waarde van tienduizend gulden, werd op 5 oktober uitgereikt tijdens het openingssymposium van de Wetenschap- en Techniekweek. CD. Andriesse ontving de NWO-prijs van duizend gul-

et) SAMENLEVING

24

- NOVEMBER

IS>9i

den voor zijn biografie 'Titan kan niet slapen' van Christiaan Huygens. Naast de winnende boeken waren voor de KijK/Wetenschapsweekprijs genomineerd 'Het verhaal van een taal. Negen eeuwen Nederlands' van J.W. de Vries, R. Willemyns en P. Burger (uitgeverij Prometheus) en 'Gezichten van de maan. Feiten, fabels en fascinatie' door Govert Schilling (uitgeverij Aramith). (MT)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 506

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's