GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 77

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 77

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

newebben om te zetten in zijde en om ijs te roosteren tot buskruit. Reisverhalen hebben altijd gebalanceerd op de grenzen van waarheid en fictie. Swift maakte het wel erg bont. Sinds de romantiek is het karakter van het reizen onnavolgbaar veranderd. Voor de romantische reiziger stond niet meer het einddoel van de reis centraal maar de reis zelf. John Constable wandelde door het idyllische landschap van Suffolk in Engeland, Goethe beklom in de sneeuw de oude berg de Broeken in de Harz en Robert Louis Stevenson sliep met zijn ezel Modestine onder de blote hemel in de afgelegen heuvels van de Cevennen. Het reizen werd een doel op zich, als een verkenningstocht naar de eigen geest. Reizen als middel om zich af te zetten tegen de maatschappij. Vandaar ook de terugtrekkende beweging in de ongerepte natuur. Het ultieme reisverhaal is vanzelfsprekend een romantisch idee-fixe. Een onnavolgbaar streven dat juist nastrevenswaardig blijft omdat het onnavolgbaar is. Nog steeds heeft de reiziger de vreemde wensdroom om iets unieks te beleven. Om stukjes ongerepte natuur te zien of mensen te ontmoeten die nog nooit andere mensen hebben gezien. Wie naar Indonesië gaat - en er zijn nogal wat mensen die dat doen tegenwoordig - ontdekt bij aankomst al dat hij deel uitmaakt van een ware industrie. Op het vliegveld wordt het de toerist snel duidelijk dat hij geld in het laatje brengt. Vele handen staan klaar om de reiskoffers over te nemen. En de taxichauffeurs beweren allemaal dat zij het beste en het goedkoopste hotel in de stad weten te vinden (de prijs van de rit hoort de niets vermoedende toerist meestal pas achteraf). Als de reiziger geen reisgids bij zich had raakte hij nu al verstrikt in dit web. Maar gelukkig brengt een blik in de gids de hulpeloze globetrotters redding. Dit zal hem niet meer overkomen. Door het gebruik van reisgidsen hebben de meeste reizen ongeveer hetzelfde verloop. De lezer van de 'Travel Survival Kit' zal op aanraden van zijn trouwe metgezel in Jakarta overnachten op de Jalan Jaksa, bij Wisma Deli-

WETENSCHAP,

ma en in Solo bij de Westerners. De hotelletjes, aanbevolen wegens het unieke karakter, barsten binnen een paar jaar uit hun voegen, dankzij de tips uit de reisgids. "Hé, kom ik je nu al weer tegen?", sprak de toerist op de boot naar Bali. "Gezellig hoor!" Wie boven de gemiddelde toerist wil uitstijgen gaat op Bali naar een begrafenis-ceremonie (uniek, gelezen in de gids). Maar ook daar staan de medetoeristen al met video-camera's klaar. Of hij besluit een exclusief reisje te maken naar Toradja-land. Want daar heb je huizen op palen die lijken op puntige boten (uniek, gelezen in de gids). En hier, op deze plek zo ver van huis, openbaart zich het probleem. Waarom wil de reiziger alleen op de wereld zijn en toch doen wat hem of haar wordt voorgeschreven? Als sublimatie van de eentonigheid thuis? Om nu eindelijk iets mee te maken dat nog nooit iemand anders heeft meegemaakt? De gedroomde uniciteit van de massatoerist heeft vooral tot gevolg dat de plekjes die zogenaamd nog niet ontdekt zijn, nu door iedereen kunnen worden herontdekt. Bovendien moeten de unieke plekjes wel een beetje op de route liggen. Al te veel moeten we er ook niet voor hoeven doen. Wat dat betreft heeft het reizen iets van carnaval, ook een periode waarin alles en iedereen anders moet zijn en toch een beetje hetzelfde. Wie van ver komt heeft veel te verhalen. Maar een mens vraagt zich soms af of dat 'verhalen' niet beter kan worden vervangen door het werkwoord 'herhalen'. LEUNSTOELREIZIGER

De curieuze Portugese dichter Fernando Pessoa was een fervent tegenstander van reizen. Hij walgde ervan. Liever bleef hij thuis, in de benedenstad van Lissabon, alwaar hij woonde en werkte als onopvallende kantoorklerk. Als kind heeft hij tien jaar aaneen in het Zuidafrikaanse Durban gewoond, maar vanaf zijn zeventiende heeft hij Lissabon nauwelijks meer verlaten. Voor hem was het leven zelf een vermoeiende reis, als een herberg waar je moet verwijlen tot de diligence arriveert. In 1935 stierf hij vroegtijdig

CULTUUR

et) SAMENLEVING

75

- IANUARI/FEBRUARI

aan een leverkoliek. "Reizen? Daartoe is bestaan voldoende. Als van station naar station rijd ik van dag naar dag in de trein van mijn lichaam of lot, gebogen over straten en pleinen gebaren en gezichten, altijd eender en altijd weer anders, zoals landschappen ten slotte zijn." Voor de sensibele Pessoa is reizen niets anders dan reizen in het hoofd. Pessoa, die in Portugal tot bovennationale dimensies is uitgegroeid, beschrijft in zijn 'Boek der rusteloosheid' de uitermate intensieve reizen die zich afspeelden in zijn warrige brein. "Wanneer men te veel voelt is de Taag talloze Atlantische oceanen." Hij was het prototype van de leunstoelreiziger: "Ik heb reeds meer dan alle zeeën doorkruist. Ik heb reeds meer bergen gezien dan er op aarde te vinden zijn. Ik ben al door meer steden gekomen dan er zijn en grote rivieren van niet bestaande werelden zijn absoluut aan mijn beschouwende ogen voorbijgestroomd. Indien ik zou reizen, zou ik een zwakke kopie aantreffen van wat ik al had gezien zonder te reizen." Wie een werkelijk bestaand landschap, kerk of kasteel beschrijft, komt volgens Pessoa niet verder dan toevalligheden aan de oppervlakte, die men slechts voelt onder het lopen. Alleen de verbeelding van het zelfverzonnen land kan hem bekoren. "We zijn allen bijziend, behalve innerlijk. Alleen de droom ziet werkelijk goed." Dat je van reizen wijzer wordt is maar zeer de vraag. Onder de grootste filosofen zijn er in ieder geval twee die hun geboortestad nauwelijks verlaten hebben. Toen Socrates gevraagd werd waarom hij slechts vier keer buiten Athene was geweest, antwoordde hij dat de stenen en de bomen bij hem weinig opbouwends teweegbrachten. Ook Immanuel Kant voelde geen enkele behoefte om zijn stad Koningsbergen te verlaten. Het eentonige dagritme van Kant stond dan ook borg voor een bovenmatige produktie. Zijn vaste avondwandeling was kennelijk voor hem genoeg. Socrates en Kant vergaarden hun wijsheid juist door thuis te blijven. Reizen kan leuk zijn, maar noodzakelijk is het zeker niet.

1995

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 77

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's