GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 438

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 438

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ongetwijfeld een teken van beschaving. Het zoeken naar oorzaken duidt er immers op dat bestraffers moeite hebben gekregen met straffen. Het valt niet mee om iemand, zelfs al is die dan misdadiger, leed toe te brengen. De gevoeligheid voor het lijden van een ander is toegenomen. Men zoekt naar uitwegen om niet of niet zo hard te hoeven toeslaan. En de wetenschap kan die uitwegen verschaffen. Dat verontschuldigende heeft altijd in de deterministische benadering - zowel de biologische als de sociale variant gezeten. Dit ondanks, maar misschien ook dankzij, het feit dat zulke vormen van wetenschap zich als 'hard' en empirisch, vrij van morele oordelen presenteerden. De objectiverende wetenschappelijke verklaringen vervingen het denken in termen van zonde en straf, schuld en boete. De wetenschap moraliseert doorgaans met. Maar juist het wetenschappelijk empirisme heeft ook een morele betekenis. In het a-morele gewaad slaagde de deterministische wetenschap er tot op zekere hoogte in begrip te kweken voor de misdadiger. Die had zichzelf niet helemaal in de hand gehad tijdens het misdrijf. Hij werd gedreven door krachten die hij zelf niet kon beheersen,- krachten die de wetenschap in kaart kan brengen. Klieren Wat de ene hand geeft, neemt de andere hand weer weg. De prijs van het biologisch en sociale determinisme is hoog. Je behandelt als determinist een misdadiger weliswaar met een zeker mededogen, maar je neemt hem ook niet helemaal serieus. Hij is niet verantwoordelijk voor de eigen daden. Die verantwoordelijkheid wordt als het ware wetenschappelijk wegverklaard. Een misdadiger maakt niet alleen slachtoffers, maar is zelf ook een beetje een slachtoffer. "Wat doe je met je adrenaline? Te zeggen namelijk, dat de misdadiger het slachtoffer is van zijn klieren, is een vereenvoudiging voor de uitspraak dat iemand het slachtoffer van zijn leven is", merkte de criminoloog W.H. Nagel op. Het slachtoffer kiest niet voor zijn eigen lot, hem overkomt iets waar hij zelf de hand niet in heeft. Het slachtoffer is altijd passief, heeft weinig te kiezen en hoeft niet verantwoordelijk te worden gesteld voor het eigen ongeluk. Dat zou wreed zijn. Aan de ene kant beschavingswinst: begrip voor de misdadiger,aan de andere kant beschavingsverlies: de misdadiger als onmondig individu, een slachtoffer van het leven. Zo ziet de balans van het wetenschappelijk determinisme er ongeveer uit. De misdadiger kan niet bewust zijn daden gepleegd hebben. Je hoeft niet naar zijn verhaal, naar zijn motieven en redenen te luisteren. Het determinisme zegt: we zullen aardig voor je zijn, zolang wij jou als een kleuter mogen behandelen; een kleuter die zijn impulsen nog niet zo goed kan beheersen, die maar nauwelijks notie heeft van goed en kwaad. Het is mogelijk de crimineel niet als kleuter maar als volwassene te beschouwen; als iemand die mondig is en bedoelingen heeft wanneer hij handelt. Er zijn criminologen en moraalfilosofen die een dergelijke mogelijkheid voorstaan. Weg van

26

WCS OKTOBER

I996

het denken in biologische of sociale determinanten, weg van het zoeken naar objectieve verklaringen. De misdadiger als een, zoals dat heet, moreel subject; iemand die in zijn beweegredenen en keuzes serieus te nemen valt. Dat we de misdadiger serieus nemen, wil niet zeggen dat we zijn motieven en argumenten delen, betoogt bijvoorbeeld criminoloog Hans Boutellier. De misdadiger is wel een moreel subject maar niet alles wat hij doet is moreel aanvaardbaar. De moraal in de hedendaagse samenleving is nogal rekkelijk. Er bestaan nauwelijks nog algemeen gedeelde waarden en normen. Iedereen mag doen wat hij wil. Vrijheid blijheid. Tot op zekere hoogte dan, want er is een grens. De grens van de hedendaagse moraal ligt bij het toebrengen van leed aan een ander, het vermijden van wreedheid. Er mag veel, maar dat niet. De misdadiger is in de morele termen van Boutellier iemand die zijn eigen belangen en verlangens najoeg ten koste van een ander. Hij kon zich onvoldoende in het lijden van een ander inleven en toonde te weinig respect. Inlevingsvermogen is allemaal te vinden m het brein, zeggen de biologische onderzoekers van misdaad. Het ligt hem juist aan de hormonen, de neurotransmitters en de beschadigingen van het brein. De misdadiger is onvoldoende toegerust de eigen wreedheid te beseffen. Hij kon gewoon niet weten wat hij aanrichtte. Moraal kan voor hem om genetische redenen geen betekenis hebben. En daarom ook moet hij bij de strafuitdeling worden ontzien. Gebrek aan inlevingsvermogen is een kwaal, een kwaal die met medische middelen te lijf moet worden gegaan. Maar de moraalfllosofen lijken toch een sterk argument in handen te hebben. Nooit is aangetoond dat een bepaalde genetische constitutie onvermijdelijk misdaad tot gevolg heeft. Ook de misdadiger maakt keuzes en kan op die keuzes worden aangesproken. Niet met het doel, benadrukken de moderne moralisten, om misdadigers op negentiende-eeuwse wijze verantwoordelijk te houden voor hun daden en om ze zo meedogenloos mogelijk te kunnen straffen. Ook voor de bestraffer gelden de regels van de moderne moraal: hij dient leed tot een minimum te beperken en wreedheid te vermijden. Een kwestie van inlevingsvermogen.

Literatuur: Anne Moir en David Jessel, 'Geboren misdadigers - fascinerende speurtociit naar de biologisciie oorsprong van gewelddadigiieid en criminaliteit', Kosmos-Z&K Uitgevers Utrecht/Antv/erpen, 1996. R.H. Van den Hoofdal<l<er, 'De mens als speelgoed', Kosmos-Z&K Uitgevers U t r e c h t / A n t w e r p e n , 1995. Herman Franke, 'De m a c h t v a n het lijden: tv/ee eeuv/en gevangenisstraf in Nederland', Balans, 1996. Hans Boutellier, 'Solidariteit en slachtofferschap: de morele betekenis van criminaliteit in een postmoderne cultuur', S U N , 1993. Jac. van W e r i n g h , 'De afstand t o t de horizon - verwachting en v/erkelijkheid in de Nederlandse criminologie', De Arbeiderspers, 1986.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 438

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's