VU Magazine 1996 - pagina 28

Seks a la Carte MARCEL

ROELE

Het orgasme van de vrouw vergroot de kans op bevruchting. En als de vrouw een relatie met twee mannen heeft, is de kans op bevruchting in de buitenechtelijke relatie het grootst. Ontrouw loont.

E E N PREMIE OP OVERSPEL

W

aarom zijn vrouwen in staat een orgasme te krijgen? Het mannelijk orgasme heeft een duidelijke functie bij de voortplanting. Om een vrouw te bevruchten is een ejaculatie nodig en de natuur beloont de ejaculerende man met het prettige gevoel van het orgasme. Een vrouw, daarentegen, kan zwanger worden zonder ooit te zijn klaargekomen. Waarom zou een seksueel kenmerk als het vrouwelijk orgasme zijn geëvolueerd als het niet nodig is bij de voortplanting? De Amerikaanse antropoloog Donald Symons formuleerde vijftien jaar geleden (in het boek 'The Evolution of Human Sexuality') het vermoeden dat het vrouwelijk orgasme géén functie heeft. Mannen en vrouwen zijn genetisch identiek, op het mannelijke Y-chromosoom na. Op dit chromosoom bevindt zich het testis-deteimining factor gen. Dit gen bewerkstelligt dat de genetische codes voor de vorming van de geslachtskenmerken in een mannenlichaam op een andere manier worden vertaald dan in een vrouwenlichaam. Onder invloed van dit gen ontwikkelen zich in de mannelijke vrucht vanaf de zevende week de testikels en de penis, terwijl in de vrouwelijke vrucht uit dezelfde structuren de eierstokken en de clitoris ontstaan. Omdat de clitoris tot in de weefselstructuur en de zenuwverbindingen veel op een penis lijkt, kan stimulering van de clitoris tot dezelfde seksuele opwinding leiden als stimulering van de penis. Het clitoraal orgasme is volgens Symons een bijprodukt van het feit dat de blauwdruk van het mannelijk en het vrouwelijk lichaam identiek is. Voor de voortplanting is het net zo nutteloos als de tepels van de man. Volgens de Britse biologen Robin Baker en Mark Bellis beïnvloedt het vrouwelijk orgasme echter de kans op WETENSCHAP,

CULTUUR

bevruchting. In theorie zouden de spiersamentrekkingen die gepaard gaan met het orgasme, het sperma richting baarmoeder kunnen transporteren. Of dit in de pralctijk ook zo werkt, kan alleen worden vastgesteld door een betrouwbare schatting te mal<:en van de hoeveelheid sperma die wordt geëjaculeerd en daarvan de hoeveelheid die na de copulatie uit de schede terugvloeit weer al te trekken. Van het restant mag worden aangenomen dat het op weg is richting baarmoeder. ZUINIG

Het spreekt vanzelf dat het moeilijk is dergelijke gegevens te verzamelen zonder het normale seksuele gedrag van de proefpersonen ernstig te verstoren. Tot voor kort waren alleen van proefdieren, zoals konijnen, cijfers bekend over de verhouding tussen ejaculaat en retourstroom, de zogeheten flowback. In november 1993 publiceerden Balcer en Bellis in 'Animal Behaviour' het eerste onderzoek met menselijke proefkonijnen. Onder personeel en studenten van de biologiefaculteit in Manchester hadden zij 33 jonge, heteroseksuele paren bereid gevonden aan hun onderzoek deel te nemen. Gedurende het gehele onderzoek noteerden de mannen en vrouwen dag en tijdstip van ieder orgasme dat zij hadden. Verder werd in de eerste fase van het onderzoek aan de mannen gevraagd zowel bij het vrijen als bij het masturberen een condoom te dragen. De gevulde condooms en de notities werden door de wetenschappers geanalyseerd. Zij slaagden erin een soort formule voor de ejaculaatomvang te malcen.

et) SAMENLEVING

-JANUALÜ/EEBRUARI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen