GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 383

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 383

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Help, de dokter verzuipt!

Huisartsen die openhartig verhalen over de problemen in hun pral<tijk zijn zeldzaam. Patrick Bosboom, huisarts en publicist, neemt in zijn dagboek geen blad voor de mond. Onder de titel 'Een eindeloos bestaan' verschijnt in november van dit jaar een nieuwe bundel met fragmenten uit dat dagboek, bij de Bussumse uitgeverij Trude van Waarden-Produkties. De algemene teneur daarin is dat het beroep van huisarts door de jaren heen zwaarder is geworden. Geven de geschiedenis en de onderzoekscijfers hem daarin gelijk? Een voorpublicatie met kanttekeningen.

Staat Patrick Bosboom model voor 'de' Nederlandse huisarts? Steeds meer huisartsen klagen over veeleisende patiënten, regulerende instanties en lange werkdagen. Objectieve cijfers die aantonen dat ze het hierdoor zwaarder hebben dan vroeger, zijn er echter nauwelijks. "Volgens mij is het een kwestie van subjectieve

G e r t J. Peelen en M a r k T r a a

Het zoontje van de huisarts aarzelde geen moment. "Wat wil je later worden?" had iemand hem gevraagd. "Patiënt, meneer. Dan zie ik papa tenminste vaker." Het zoontje uit de anekdote zou het zoontje kunnen zijn van Patrick Bosboom, auteur van het dagboekfragment op deze pagina's. Bosboom, onmiskenbaar een huisarts van het hartstochtelijke type, ventileert sinds jaar en dag zijn visie op het vak in onder meer 'Medisch Contact', het weekblad van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. In 1993 verscheen van zijn hand een bundel dagboeknotities onder de titel 'Weekendleed - verhalen uit een doodnormale huisartspraktijk'.

Mijn dag moet opstarten als een computer. Wanneer om tien over zes de wekker gaat, werk ik punt voor punt het ochtendprogramma af. In de ijskast ligt al het brood klaar voor zowel de ochtend als de middag. Bij het ontbijt thuis rond halfzeven drink ik een halve uitgeperste citroen met water, anderhalf uur later kondigt de assistente haar komst in de praktijk aan met een glas thee en om half negen volgt een kop koffie; rond dat tijdstip zijn meestal de eerste tien

Praktijk ¥an

alledag

patiënten al geholpen. Ik ontbijt in stilte. De radio gaat pas in de auto aan. Wanneer ik de stem van de presentator hoor, dringt tot me door welke dag het is. Ik lees de krant ook nooit eerder dan op de praktijk, waarbij

Patrick Bosboom

ik mij voornamelijk beperk tot de koppen en de rouwannonces: soms herken ik namen van patiënten, die ik in de waarneming heb gezien, en gemiddeld eens per jaar moet ik uit de krant vernemen, dat er een patiënt van mij is overleden. Niets mag dit ochtendritueel verstoren. Een nachtvisite is niet prettig, maar een visite

"ik heb een knobbel in mijn kont!" Sabine

op déze plaats pijn." De patiënte wijst een plek

jicht! Mijnheer Vonk behoort niet tot die groep

in de vroege ochtend vind ik hondsberoerd.

meldde het gisteren al telefonisch met het

laag in de flank aan. Ik leg uit, dat daar "het

patiënten, die een uitvoerige uitleg op prijs stelt.

Zo wordt het wankele evenwicht van mijn

dringende verzoek of ze nog diezelfde middag

buisje van de nier naar de blaas loopt" en

Elk woord, dat wordt misverstaan, is weer een

ochtendlijke gemoedsrust ook verstoord, wanneer

kon komen. De knobbel zat er echter al enkele

verzeker haar, dat die plaats ook bij het

bron van angst en zelf geeft de man duidelijk aan,

patiënten mij al om zeven uur bij de praktijk

dagen en deed geen pijn. Bij het onderzoek zie

röntgenonderzoek wordt bekeken. Mevrouw

wat voor hem belangrijk is: "Geef me maar iets,

opwachten. Ik wil als eerste aankomen om mij op

ik een minuscuul bultje, niet veel groter dan een

Van Rijswijk is tevreden en verlaat na drie

dokter, waardoor ik in elk geval carnaval kan

een werkdag van tenminste tien uur non-stop-

erwt; mogelijk zit het er al jaren. Ik stel Sabine

minuten weer de spreekkamer.

vieren!"

activiteit te kunnen voorbereiden.

gerust. "Gelukkig", reageert ze, "want ik dacht

Haar plaats wordt ingenomen door mijnheer

Na mijnheer Vonk volgt er een 23-jarige patiënte

Er zijn altijd nog wel enkele kleine dingen van

al aan die ernstige ziekte." Mevrouw Van

Vonk. Terwijl ik zijn medische gegevens haal,

met een onuitspreekbare Poolse naam. Ik zag

huishoudelijke aard die voorafgedaan moeten

Rijswijk komt binnen met een aanvraag voor een

trekt de man een schoen en een sok uit.

haar al de vorige week met moeheidsklachten.

worden en bovenal kan ik niet zonder een paar

nieronderzoek, dat ik haar eergisteren heb

"Dokter, ik houd het niet meer uit van de pijn!"

Nu komt ze voor de uitslag van het bloedonder-

momenten stilte, voordat de eerste patiënt de

meegegeven. "Ik heb uw briefje gelezen dokter.

Bij de basis van de grote teen zit een rode zwel-

zoek. Ook zou ze de naam van de "wonderpil-

spreekkamer binnendraaft.

U schrijft over 'onderbuikspijn', maar ik heb ook

ling. De diagnose is ai bij de eerste blik rond:

letjes" meenemen, die haar moeder in Polen

22

WCS SEPTEMBER

I996

beleving".

De knuppels die Bosboom in het toch wat sjieke hoenderhok van de medische stand werpt, bieden een inkijkje in de problematiek die de beroepsgroep liever onbesproken laat: die van de problemen binnen de beroepsgroep zelf. Artsen hébben geen problemen, en als ze ze hebben, dan moeten ze er vooral niet over zeuren. Het is deze houding die volgens Bosboom debet is aan de veronderstelde toename van de moeilijkheden waaronder de hedendaagse huisarts gebukt gaat. Patrick Bosboom is een zorgvuldig geheim gehouden schuilnaam. Zijn patiënten figureren in zijn verhalen. Met hun anonieme medewerking vertelt hij datgene wat huisartsen volgens hem structureel onbesproken laten. "Het is onvermijdelijk, en misschien ook wel mijn vooropgezette doel, dat mijn dagboekfragmenten felle reacties uitlokken", zegt Bosboom desgevraagd. "Juist om die reden gebruik ik het dagboek als genre, en giet ik wat ik te zeggen heb bij voorkeur niet in de vorm van een abstract, objectief wetenschappelijk betoog." Bosbooms notities werpen een licht op de veranderende rol van de huisarts, temidden van steeds veeleisender patiënten en regulerender instanties. Om bij de laatste categorie te beginnen: Bosboom staat tamelijk kritisch tegenover de benadering van beroepsorganisaties als de Landelijke Huis-

WCS SEPTEMBER

I996

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 383

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's