GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 250

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 250

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

in de publieke belangstelling staat. Dit doorschuiven tot je niet verder kunt, is vergelijkbaar met besluitvorming in politiek of bedrijfsleven. Beslissingen worden naar een steeds hoger niveau getild, tot zij uiteindelijk bij de allerhoogste baas belanden; die moet de knoop dan maar doorhakken. Nu hoeven er in de reflectie op wetenschap geen knopen te worden doorgehakt. Maar het voorbeeld maakt wel zichtbaar dat, hoe succesvol de wetenschap ook is, de wetenschappelijke benadering grenzen heeft en haar ingebouwde beperkingen kent.

dicht bij de biologie blijven, maar kan ook niet aanvaarden dat ons moreel besef totaal uit het niets is gekomen." Het inzicht dat de mens mogelijk bij toeval en langs evolutionaire lijnen is ontstaan, mag geen aanleiding zijn iedere verantwoordelijkheid van ons af te schuiven en ons onethisch te gaan gedragen. Je bevindt je met die mening in goed gezelschap: niet-gelovige wetenschappers als de paleontoloog Stephen Jay Gould en de kosmoloog Paul Davies zeggen hetzelfde. "Klopt. Maar zij doen dat wel op totaal verschillende gronden. Gould argumenteert dat het zelfbewustzijn van de mens, als een niet-planmatig maar puur toevallig resultaat van de evolutie, dermate uniek is binnen de kosmos, dat alleen al die omstandigheid hem specifieke verantwoordelijkheden oplegt. Voor Davies daarentegen is de mens binnen het universum helemaal niet uniek; volgens hem is namelijk alles in het evolutieproces gericht op het ontwikkelen van steeds complexere systemen, met het menselijk zelfbewustzijn als voorlopig hoogtepunt. Maar hij komt tot dezelfde slotsom als Gould: dit zelfbewustzijn maakt de

"Op het moment dat je zegt: 'Van nature zijn mannen agressiever dan vrouwen', ben je ook in de gelegenheid je af te vragen of je dat wel redelijk vindt."

En op dat moment komen zingeving en levensbeschouwing in beeld. Zoeven gaf je al een voorbeeld van een vraag die door een confrontatie tussen geloof en wetenschap wordt opgeroepen: wat betekent de wetenschappelijke theorie dat ons gedrag voor een deel zou vastliggen in de genen, voor onze autonomiel Valt er voor de mens nog wel iets te kiezen, bijvoorbeeld tussen goed en kwaad; heeft hij een vrije wiU "Als ik zeg dat de evolutietheorie als beschrijving van de natuurwetenschappelijke werkelijkheid gewoon de beste papieren heeft, wil dat uiteraard niet zeggen dat ik me als individu klakkeloos neerleg bij de leefregels die uit bijvoorbeeld de evolutiebiologie zouden voortvloeien. Daarin geldt: hoe meer nageslacht hoe beter,iets daarvan vind je trouwens ook in de bijbel terug als de opdracht: gaat heen en vermenigvuldigt u. Ik ben als mens in de gelegenheid - en ik doe dat dan ook - om mij af te vragen of dat nog wel zo verstandig is. Hetzelfde geldt voor de onverschilligheid jegens de zwakken die uit de evolutiebiologie zou zijn af te leiden,- ook op dat p u n t zijn we aantoonbaar in staat om, wanneer wij dat willen, daar als mens tegenin te gaan. Vanuit onze culturele traditie willen we juist niet onverschillig staan tegenover de zwakkere. Dat is een verworvenheid die niet alleen met intelligentie maar ook met gevoel te maken heeft. "Het bestaan van zoiets als een moreel besef bij de mens is dus een feit. Vervolgens doet zich dan de vraag voor hoe het bestaan daarvan te verklaren is tegen de achtergrond van de evolutie. Dan krijg je pogingen als die van Michael Ruse, die het culturele ziet als een v e r m o m m i n g van het biologische, en volgens wie moreel gedrag gedurende de ontwikkeling van de mens als eigenschap alleen maar is blijven voortbestaan omdat het evolutionair voordeel zou hebben geboden. Als andere uiterste staat daar tegenover de gedachte dat moraal totaal los moet worden gezien van de menselijke ontwikkeling, en een gevolg is van de ontdekking van waarden die niet uit onszelf voortkomen, maar die ons van buitenaf zijn aangereikt. "Persoonlijk denk ik dat wij de mogelijkheid tot reflectie en tot sociaal leven gaandeweg hebben ontwikkeld. Het verantwoording afleggen van ons gedrag tegenover de groep berust op een soort contract; het is een sociaal verschijnsel dat veel verder reikt dan het evolutionaire, hoewel het er in potentie uit is voortgekomen. Kortom: ik vind Ruse te

WETENSCHAP,

CULTUUK

mens tot een wezen dat gedoemd is er een moreel besef op na te houden. "De menselijke mogelijkheid tot reflectie levert meteen ook de capaciteit om enige afstand te bewaren tot wat in de natuur om ons heen automatisch gaat. Op het moment dat je zegt: 'Van nature zijn mannen agressiever dan vrouwen', ben je meteen ook in de gelegenheid je af te vragen of je dat wel redelijk vindt. Door het biologische niet te ontkennen, maar het juist onder ogen te zien, wordt het tegelijk bespreekbaar en veranderbaar." Alles goed en wel, maar is het niet bizar dat wij dat kunnen, en dat wij als het ware een anti-houding kunnen aannemen tegenover een evolutieproces waarvan wij zelf het voorlopige eindresultaat zijnl "Nou, bizar..., ik vind het eerder een grote gave. Het betekent dat we ons laten motiveren door overwegingen en redenen. Dat is een van de aspecten in de discussie over de vrije wil. Dan heb je het niet meer over de evolutiegeschiedenis, maar over de vraag hoe dat dan werkt binnen dat ene individu. De bewegingen van je spieren in je kaken en je tong als je praat, berusten op fysiologische processen, maar het geheel laat zich doorgaans leiden door redenen die voortspruiten uit een vrije wil. Dat heeft met toeval niets te maken. Je gooit geen dobbelsteen om op basis daarvan je woorden te kiezen. Nee, je kiest je woorden omdat je daar je redenen voor hebt, omdat je daar iets mee wilt bereiken. "Evolutie, wil ik maar zeggen, betekent niet dat we als mensen zijn overgeleverd aan een blind noodlot. Ik draag een bril, en dat houdt in dat ik me niet zo maar neerleg bij de ontoereikendheid van mijn gezichtsvermogen die misschien wel aangeboren is. Er is verschil in intelligentie tussen mensen, er zijn mensen met een handicap. Maar de

e) SAMENLEVING

~ IUNI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 250

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's