GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 218

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 218

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verne-biografe Maigueiite AUotte de la Fuye heeft gepoogd de werkelijke Verne aan te passen aan de mythe. Zij kon weliswaar niet verdoezelen dat Verne verzot was op de huiveringwekkende onheilsvisioenen van de melancholieke drinkebroer Edgar Allan Poe, maar, zo schrijft zij: "Zo deze verhalen hem al persoonlijk beïnvloed hebben, de ziekelijke angst ervan laat hij niet in zijn eigen werk doordringen. Als overtuigd optimist zal hij, als hij zijn helden uitzendt om de dood te trotseren, altijd het onmogelijke laten gebeuren om hen aan de dood te ontrukken. De overwinning van de gezonde van geest op de zwalczinnige, is kenmerkend voor het nog vaag omlijnde plan van Jules Verne. Zijn gehele werk toont de tweestrijd tussen de rede en de blinde krachten, tussen de aartsengel en de draalc. Het schijnt hem, met zijn logische geest toe dat de schepper der werelden in deze tweestrijd de overwinning zal doen toekomen aan de zwaicke mensheid, waaraan hij, aan de poort van het verloren paradijs de opdracht gaf: 'Gij zult de aarde bezitten en haar beheersen.'"

Steenkool De mens de aarde beheersen? Met name dit schrikbeeld inspireerde Jules Verne juist tot zijn satires, zo leren de 'Wonderreizen'. Een eeuw voor het Rapport aan de Club van Rome, had hij bijvoorbeeld al door dat de mens liever zijn planeet zou opstoken dan zijn energieverbruik te matigen. In 'Les Indes Noir' (1877) laat Jules Verne, dan 49 jaar oud, in een uitgeputte Schotse kolenmijn de volgende dialoog voeren tussen de zoon van een werkloos geraalcte mijnwerker en een mijningenieur. "Het is jammer", zei de jonge mijnwerker, "dat de hele aardbol niet uitsluitend van steenkool is. Dan zou er voorraad zijn voor een paar miljoen jaren." "Ongetwijfeld, Harry, maar toch zul je moeten erkennen, dat de natuur een vooruitziende moeder is door onze afgeplatte bol hoofdzakelijk uit te voeren in zand- en kalksteen en graniet, dat niet door het vuur kan worden verteerd." "Wilt u daarmee zeggen, mijnheer Starr, dat de mensen ten slotte hun hele bol zouden hebben opgebrand?" "Zeker, helemaal, mijn jongen", antwoordde de ingenieur, "De aarde zou tot het allerlaatste stuk haar weg gevonden hebben naar de stookplaten van de locomotieven, de locomobielen, de stoomboten en de gasfabrieken en op die manier zou de wereld op zekere dag aan haar eind gekomen zijn." Massaal mobiel werd de mens pas bij de komst van de verbrandingsmotor. Toen Jules Verne in 1828 geboren werd, was Stephenson nog bezig de 'Rocket' te ontwerpen; toen Verne in 1905 stierf was de aardbol overdekt met een miljoen kilometer aan spoorwegen. Het is de locomotief, die het symbool werd van de Vooruitgang. In Verne's "Parijs in de twintigste eeuw" zijn schilder- en beeldhouwkunst verdwenen. Op de binnenplaats van het Louvre is de "muze van de industrie" neergezet: "een uit de kluiten gewassen helleveeg op de cylinder van een machine, op haar knieën heeft ze een viaduct, met de ene hand bedient ze een perspomp, met de andere een zuigpomp, om haar schouders hangt een snoer locomotiefjes en in haar wrong een bliksemafleider." Jules Verne's doemdenken wortelde in zijn kijk op de aard van de mens. Vanaf het begin van zijn schrijversloopbaan tot aan zijn laatste snik in 1905 zou hij blijven waarschuwen. In het jaar van zijn dood verscheen nog 'L'Invasion de la mer', waarin de Sahara voor een deel onder water wordt gezet. Daarin laat Verne iemand zeggen: "Moderne ingenieurs hebben nergens eerbied voor! Als ze konden, zouden zij de zeeën dempen met bergen en van onze aarde zou slechts een gladde globe overblijven, gepolijst als een struisvogelei, geschikt gemaakt voor spoorwegaanleg."

Phileas Fogg, hoofdpersoon uit 'De reis om de wereld in tachtig dagen': een mallotige Brit die niet de minste belangstelling heeft voor wat hij onderweg tegenkomt.

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

36

- MEI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 218

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's