GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 138

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 138

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vrij gauw in contact met ethische vraagstukken. ledere week kregen we één uur ethics. Niet van docenten, maar van figuren uit het openbare leven die ons een jaar lang les gaven. We hadden soms geweldige discussies. Toen ik twaalf was begon de Spaanse Burgeroorlog. En als één ding me in mijn leven heeft gevormd dan is het wel deze gebeurtenis. We discussieerden er veel over met Algernon Black, een beroemd humanist in Verenigde Staten. En op een week kwam hij en zei: 'Mijn hele leven lang ben ik pacifist. Maar nu ik zie dat een democratisch gekozen regering door een fascistische minderheid omver wordt geworpen, nu wil ik vechten. Nu ben ik van het pacifisme af...' Dat heeft zo'n enorme indruk op mij gemaakt. Een volwassen man die plots een dergelijke ommekeer meemaalite. Dat trof me diep."

P l ^

kernfysica, maar ik zag het verband met kernwapens niet. In 1944 heb ik zelfs nog in de oorlogsindustrie gezeten. Als technicus aan de Columbia University werkte ik mee aan het ontwikkelen van radarsystemen voor bombardementen. Nu denk ik: hoe kon ik dat doen! Maar het waren voor mij volstrekt gescheiden zaken. Toen ik in 1945 demonstreerde, deed ik dat als humanist en niet als onderzoeker."

"/22 '45 was het nog volkomen geaccepteerd om links en zelfs comnaunist te zijn. Twee jaai latei was je verdacht en staatsgevaarlijk."

Had uw politieke overtuiging echt geen invloed op uw werk als onderzoekere "Nou, het was wel zo dat ik instinctief abstracte onderwerpen koos, en geen zaken die toegepast konden worden. Ik begon direct na de oorlog met mijn promotie aan de universiteit van Illinois. Ik werkte daar aan een vrij esoterisch onderwerp: het neutrino. Dat onderwerp uit de kernfysica boeide mij. Het was zo duidelijk dat het neutrino bestond, want anders kon je het elektronverval van een kern absoluut niet begrijpen. Kijk, je hebt een kern en wanneer daar een elektron uitkomt, moet er energieverschil ontstaan, en, zou je zeggen, het elektron moet dat energieverschil bevatten. Maar dat elektron blijkt nog allerlei energiewaarden te kunnen hebben. Dus moest er een ander energiedeeltje zijn, dat was zo klaar als een klontje. En dat andere deeltje - het neutrino - heeft wel energie en geen massa. Dat intrigeerde me. Hoe kan ik dat deeltje zichtbaar maken, vroeg ik me af."

Hoe komt een scholier met politieke belangstelling ertoe om voor natuurkunde te kiezenl "Die politieke zaken hadden voor mij niets te maken met mijn studie. Achteraf gezien lijkt dat een schizofrene houding, maar zo lag dat. Ik koos natuurkunde omdat mijn leraar natuurkunde zo laaiend enthousiast over mij was. Hij zei: Jij moet of naar het M.I.T. in Massachusetts of naar Caltech in Californië, want dat waren de twee vooraanstaande technische universiteiten. Ik koos voor Caltech en kwam daar in een uitermate steriele omgeving terecht. Daar ging je netjes naar college, kreeg je vraagstukken voorgelegd en studeerde je de halve nacht om ze op te lossen. Dat was gewoon een draaimolen van het oplossen van problemen. En dat was ook de bedoeling van de wetenschap, werd ons indertijd voorgehouden. Wetenschap was een puur technische zaak... Het kostte me daarna jaren om me te realiseren wat wetenschap werkelijk is en wat natuurkunde voor mij betekent."

Was het een louter theoretische kwestie of deed u ook speurwerkl "Ik werkte met een vacuümsysteem met radioactief materiaal dat neutrino's uitzond. Daarbij voel je, net als bij het schieten met een geweer, een zekere terugstoot. Het idee was om de kern die het neutrino uitzond op te vangen en zijn energie te meten. Dat was heel lastig; daarvoor moest je een heel zuiver vacuüm creëren. Ik ben vijf jaar bezig geweest om apparatuur te ontwikkelen waarmee ik de terugstoot op de kern kon meten en de energie ervan kon bepalen."

Waar kwam u uiteindelijk op uitl "Dat ik natuurkundige ben omdat ik van de natuur houd. Dat klinkt simpel, en de meeste mensen zullen zeggen dat ik dan bioloog had moeten worden, maar dat is niet zo. De structuur van een lepeltje is ook natuur. En zo'n structuur kan fascinerend en mooi zijn. Maar sinds Francis Bacon is het de bedoeling van de wetenschap om de natuur eronder te krijgen, om haar te beheersen. Dat idee vind ik een afschuwelijke vertekening van de wetenschap. Dat duidt op zo weinig respect voor de natuur. Volgens mij heeft het allemaal te maken met het profijt-denken,- daar past de schoonheid van natuurwetenschap nu eenmaal niet in. Pas in de rebellie van de jaren zestig kwam daar weer enige ruimte voor."

U was een veelbelovend onderzoeker. Toch besloot u direct na uw promotie de Verenigde Staten te verlaten. "Dat had met de komst van de Koude Oorlog te maken. In '45 was het nog volkomen geaccepteerd om links en zelfs communist te zijn. Twee jaar later was je verdacht en staatsgevaarlijk. Toen begon president Truman met zijn heksenjacht. Hij had een haat voor de groep rond Roosevelt en de New Deal. Zijn tactiek was om alles wat progressief was als 'communistisch' te bestempelen. "In die jaren was ik politiek wat chaotisch bezig. Ik spral<; op vergaderingen tegen de kernbewapening. En ik werd lid van de Progressive Party, een partij die niet meer bestaat. De politieke kleur van deze partij is sociaal-democratisch te noemen, al hadden we één belangrijk punt dat verder ging: het nationaliseren van de oorlogsindustrie."

U protesteerde in 1945 direct tegen de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Tegelijkertijd werkte u aan een promotie op het gebied van de kernfysica. Hoe viel die combinatie te makend "Gewoon door naïviteit. Ik legde geen link tussen mijn wetenschappelijk werk en mijn activisme. Ik studeerde WETENSCHAP,

CULTUUR

Wat merkte u zelf van de O) SAMENLEVING

12

- APRIL

1996

Koude-Oorlogsmentaliteitl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 138

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's