GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 109

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

De drie hoofdrolspelers (De Haas overleed in 1960, op 82-jarige leeftijd) gingen na de oorlog ieder hun eigen weg. lan Willem Zwartsenberg trad in dienst van de Bataafsche Petroleum Maatschappij, de voorloper van Shell. Daar verzamelde hij documentatie ten behoeve van de researchafdeling. In 1951 was hij secretaris van het 3de World Petroleum Congress in Scheveningen. In 1961 ging hij bij Shell met vervroegd pensioen - volgens Klinkenberg vanwege de onthullingen in De Waarheid. Van 1972 tot 1979 was hij bibliothecaris bij de Technische Universiteit in Delft. Zwartsenberg overleed in 1984 in Den Haag, op 74jarige leeftijd. Jan Ketelaar is momenteel 88 jaar oud. Hij werd na zijn hoogleraarschap aan de Universiteit van Amsterdam in 1960 directeur research van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (het latere Akzo) in Hengelo. Hij reageert niet op een schriftelijk verzoek om commentaar op zijn Cellastic-verleden. Jacob ('Jaap') Kistemal<:er is 78 jaar oud en houdt nog steeds kantoor in het door hem opgerichte ins t i t u u t voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) in Amsterdam.

gaan. Waarom Ketelaar dan nog niet? BESCHERMING

De laatste officiële woorden in de Cellastic-zaak worden in mei 1973 gesproken door de Vaste Kamercommissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Kessenich kan uit het rapport van die commissie niet anders dan concluderen dat de commissie met naW.J. de Haas in 1922 me Kistemaker in bescherming heeft genomen. Zo zou Kistemalcer "omdat hij niet de hele dag op kantoor wenste te zitten [...] geheel op eigen houtje en dikwijls samen met drs Z. verschillende laboratoria hebben bezocht". Een vreemde conclusie, omdat uit alles blijkt dat laboratoriumbezoek juist een belangrijke taak van Kistemal<er en Zwartsenberg was. De coinmissie concludeert ook dat "verwerking van de Cellastic-dossiers tot een wetenschappelijk verantwoorde, geordende, historische bronnenpublicatie een voor een historicus tijdrovende arbeid zou zijn". Nu die arbeid door Kessenich is verricht, blijkt dat de commissie in zijn ogen allerhande belastende feiten heeft laten liggen.

Gebruikte literatuur: Samuel Goudsmit, Alsos; Tomash Publishers, Los Angeles, 1947. Rienk Kessenich, Facades achter een facade - een bronnenonderzoek naar de Cellastic-affaire; doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam, maart 1990. Wim Klinkenberg, De Ultracentrifuge 1937-1970 - Hitler's bom voor Strauss?; Van Gennep/In den Toren, 1971.

"Niets. Ik werkte aan inijn promotie in Leiden."

heb alle middelen gebruikt. Ik heb alleen niemand doodgeslagen." Had u, behalve de reisvergunningen die u zo makkelijk kreeg, het enorme salaris en de waarschuwing van De Haas, nog meer aanwijzingen dat Cellastic niet deugde} "Ik ben niet achterlijk. De hele entourage was een aanwijzing."

Dus voor het schamele salaris hij het Kamerlingh Onnes Lab moest u een half jaar lang ploeteren aan uw promotie en voor het veel hogere salaris van Cellastic hoefde u alleen maar een paar weken naar Parijs.

Toch meldt u in mei 1944 aan de Nederlandse vertegenwoordiger van Cellastic, Colshorn, dat u die maand namens Cellastic zeven bezoeken hebt afgelegd aan instituten in Nederland. "Ik wilde zijn toestemming om via Duitsland naar Parijs te reizen, om op die manier mijn vriend Zwartsenberg te waarschuwen voor de ware aard van Cellastic. Daar had De Haas me toen op gewezen. Ik wilde mijn vrind helpen. Dus moest ik Colshorn gunstig stemmen. Ik moest hem onder de indruk brengen van wat ik deed. Maar dit kan niets geweest zijn."

U bent twee keer gedurende enkele weken in Parijs geweest, zegt u. U bent bijna een half jaar in dienst geweest bij Cellastic. Wat heeft u in de tussentijd gedaan voor Cellasticl

Maar als hij dat aan Parijs had doorgegeven, dan had men daar toch aan u gevraagd wat u bij die instituten deedl "Jongen, het was oorlog. Als je je zin wilt hebben, zijn alle middelen geoorloofd. Ik wou naar Parijs, en ik

teerde lijkt me achteraf spijtig voor u, omdat het nu uw positie verzwakt. "Het is zo absurd om dit spijtig te vinden, dat inijn reactie is: als je dat écht vindt, dan is daar de deur. Dan kan ik niet met je praten." Goed. Even terug naar het begin. U kreeg een vorstelijk salaris in Parijs; het vijfvoudige van wat u als assistent van Keesom ontving. "Dan weet je meer dan ik."

WETENSCHAP,

CULTUUR

e) SAMENLEVING

39

- MAART

IVÏen liet zich daar Duitsgezind uitl "Als je in de contraspionage zit, dan is de eerste regel voor survival: niets zeggen, anderen laten praten." Heeft u zelf onderzoek gedaan in Parij si "Ik heb alleen maar geluisterd. Een keer ben ik tegen een octrooi opgelopen, dat had te malcen met pruimenplukken. Een belachelijk octrooi, daarom is het me bijgebleven." Als de invasie er niet was geweest, was u dan nog langer in dienst gebleven van Cellasticl "Dat is dezelfde naïeve vraagstelling 1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's