GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 318

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 318

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van hun ouders hoe ze noten kunnen kraken met twee stenen - als het mensen waren, zou je zeggen dat ze een cultuur hadden. Ook aan hun sociale intelligentie mankeert niets. Chimpansees sluiten coalities en verzinnen listen om voedsel voor zichzelf te houden of om tegen de wil van de topaap in met elkaar te paren.Als ze dat allemaal kunnen, waarom zouden ze dan niet ook kunnen praten? Al in de zeventiende eeuw vroegen filosofen en natuurvorsers zich af of mensapen enige vorm van taal konden leren. Pas in de jaren dertig van deze eeuw probeerde iemand het: het echtpaar Kellogg voedde de chimpansee Gua op samen met hun eigen zoontje. Gua zei echter geen boe of ba, al begreep ze een stuk of honderd woorden. Gua's opvolgster Vicki leerde mama, papa, cup en up zeggen - tenminste, volgens haar menselijke pleegouders Keith en Cathy Hayes, want anderen hoorden het niet. Chimpansees zijn niet toegerust voor spraak: zoals onze ledematen ongeschikt zijn voor acrobatiek in boomtakken, zijn hun spraakorganen ongeschikt voor de acrobatiek van tong, lippen en stembanden waarvan wij zo achteloos gebruik maken als we praten. Vooral de fijne motoriek die vereist is voor het uitspreken van medeklinkers is een onoverkomelijke barrière. Maar spraak is niet de enige vorm van taal. Mensen die door een fysieke handicap niet kunnen spreken, of voor wie spreken niet ideaal is, kunnen toch een taal beheersen. Doven communiceren in gebarentaal, een systeem - of eigenlijk systemen, want er bestaan meer gebarentalen - waarvan pas sinds de jaren zestig bekend is dat het geen pantomime is, maar een echte taal, gelijkwaardig aan gesproken talen. Gebarentalen hebben hun eigen complexe grammatica en kunnen alle nuances uitdrukken die gesproken talen kennen. Er bestaat zelfs poëzie in gebarentaal. Zouden chimpansees ook gebarentaal kunnen leren? In 1966 arriveerde de in het wild geboren vrouwtjeschimpansee Washoe bij Beatrice en Allen Gardner. Toen ze vijf was, gebruikte ze volgens de Gardners 133 gebaren. De communicatie verliep niet altijd foutloos, zoals de psycholoog Karl Pribram ontdekte toen Washoe hem een middelvinger afbeet. Maar verder stelde ze haar opvoeders niet teleur. Ze maakte zelfs nieuwe woorden door een zwaan spontaan "water-vogel" te noemen en een watermeloen "drink-vrucht". Washoe en haar menselijke pleegouders werden lievelingen van de media, net als de vrouwtjesgorilla Koko en haar trainster Francine Patterson. Koko kon rijmen ("bear hair"] en had gevoel voor poëzie: een ring noemde ze een "vingerarmband", iemands neus een "nep-mond". Toen een verslaggever vroeg wie Koko aardiger vond, Patterson of Pattersons assistente, gebaarde de gorilla tactisch: "Slechte vraag". Zelfs metafysica ging Koko's begrip niet te boven, getuige haar antwoord op de vraag: "Waar ga je heen als je dood gaat?" Koko: "Comfortable hole bye". Aan de euforie over deze prestaties kwam echter abrupt een eind door kritiek van binnen en van buiten de kring van primatologen. De zwaarste slag voor het prestige van de pratende apen was de mislukking van de chimpansee Nim.

34

WCS JULI - AUGUSTUS

1996

S l i m m e Hans

Nim was de pupil van Herbert Terrace, een psycholoog die alle vertrouwen had in het taalvermogen van mensapen, maar het onderzoek van de Gardners en Patterson te impressionistisch vond. Hij wilde hun experimenten herhalen onder streng gecontroleerde omstandigheden en zelfs nog een stap verder gaan. Terrace wilde met zijn aap M m Chimpsky een aanval doen op de theorie van Noam Chomsky, de beroemdste taalkundige uit de tweede helft van deze eeuw, die zich altijd denigrerend heeft uitgelaten over het apentaalonderzoek. Apen kunnen praten zoals mensen kunnen vliegen, aldus Chomsky: op de Olympische Spelen vliegen m.ensen een meter of tien. Volgens Chomsky missen apen ten enen male het menselijke talent voor grammatica. 'Grammatica' betekent in de opvatting van Chomsky en andere moderne taalkundigen niet: weten wat een meewerkend voorwerp is en dat "hun hebben me geslagen" geen standaard-Nederlands is. Chomsky heeft het over de grammatica waar iedereen goed in is: het vermogen om woorden te combineren tot zinnen. Dat vermogen is aangeboren. Kinderen komen niet ter wereld met een blanke lei waarop ze de regels van de grammatica invullen; ze worden geboren met bepaalde verwachtingen, die ze in regels omzetten op grond van de taal die ze om zich heen horen. Staan de bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord (zoals in het Nederlands) of erna (zoals in het Frans)? Komt het onderwerp vóór het werkwoord (zoals in het Nederlands: "Hond bijt man") of erna (zoals in het Iers: "Bijt hond man")? Kinderen doen deze kennis niet op door hun ouders te imiteren. Praten is het enige wat ouders hoeven te doen - verbeteren, voordoen, uitleggen: het helpt allemaal niets. Zo lang ze maar in een taairijke omgeving verkeren, zorgt hun aangeboren taalverwervingsmechanisme ervoor dat ze uit het gekir en gekoer van hun ouders de regels van het Nederlands destilleren. Woorden, en alle andere onvoorspelbare elementen, zoals onregelmatige werkwoorden, moeten ze natuurlijk gewoon uit hun hoofd leren,- die zijn ons niet van nature eigen. Dit vermogen om zonder bewuste inspanning grammaticale regels te absorberen verdwijnt in de puberteit: kinderen die door verwaarlozing of handicaps pas na die tijd een moedertaal leren, verwerven geen volledige grammatica meer. Na die kritische leeftijd gaat het niet meer vanzelf, zoals iedereen ontdekt die op latere leeftijd een vreemde taal leert. Nim Chimpsky groeide op als een mensenkind; hij droeg luiers en zat op een kinderstoel. Terrace dacht aanvankelijk succes te boeken, maar toen hij video's van Nim bestudeerde, zag hij wat er mis was. Nim kon geen zinnen maken. Zijn 'zinnen' bestonden uit herhalingen, zoals "Banana Nim banana Nim." De langste reeks gebaren die Nim ooit produceerde, was: "Give orange me give eat orange me eat orange give me eat orange give me you. " De bedoeling is duidelijk, maar met grammatica heeft het niets te maken. De mislukking van Nim verhevigde de polemiek tussen taalkundigen en psychobiologen, die in 1980 een hoogtepunt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 318

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's