Tweede zestal leerredenen - pagina 31

DE TROOST DER EEUWIGE VERKIEZING.

29

Een Samuel van der jeugd aan, maar ook een moordenaar aan het kruishout, kort voor den jongsten snik, dus is Zijn doen vol majesteit,... en wie zijt gij dan, dat ge nu reeds den Heer Zijn weg beperken, nu reeds bepalen woudt, dat uw ziel nooit door Zijn handgreep wordt bereikt? En zegt Sterfbed

de

aan

Zijnen.

ge dat er dan toch ook een verwerping, ook een verstokking

en

is,

dat

heimnis

rooven.

geroepen

zijn,

verkiezing, met het hart

woudt

))dus

is

die

is,.... juist ziel

is is

kreet

ik

zou

ons

ge-

onzen

misschien, maar niet

wiens

alleen,

werd.

het

uit

oog reeds door

En daarom, zoo ge roepen

er voor mij

zeggen,

dien kan het

kan den blinde niet ver-

hcht

geen hope,

voor eeuwig verloren," o! zoo ge

maar

kan

niet gelooft,

Het

dat licht ontsloten

voor

niet

dat diep

Want dit staat vast, die niet gelooven ook aan geen uit-

maar hem

schrikken,

voor

maar het

— met de lippen — en wie het

beangstigen.

niet

heb u gegrepen"

neder,

eerbiedig niet

troost

))Ik

we buigen ons

allen geldt... M. H.

diepst

dan

uwer

juist

is

ben ik maar zegt,

dus

dat niet ziel

gescheurd

er hope,

dan

u genade geschied. Reeds die noodkreet der het krijten van het nieuwgeboren leven. Die diepe

verlorenheid

,

ze

wordt zonder genade op deez' aarde

niet gekend.

Of werpt geloof

den

men dan ernst

aan

goede werken

uit

de

diepste

klacht terug.

ten slotte

breekt,

tegen,

en ons

dan

wijs ik

spenen moet,

overtuiging

dat zulk een

de liefde bant,

ook die

o,

driedubbele aan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen