Bedenkingen tegen de memorie van den Amsterdamschen kerkeraad der Nederduitsch Hervormde gemeente in zake het adres van de heeren G.H. Kuiper c.s. voor den kerkeraad gesteld door A. Kuyper - pagina 58
,,
140 Reeds
een
daarna brak deze antinomie dan ook op veel bedenvorm kreeg in het geschil over
jaar
wijs uit, toen ze een tastbaren
kelijker
drongen
sistorie
zonder
de
gelsche
Kerk,
"Wingen en de oude leden van het conyiGevaders" aan, zeker niet
Gottfried van
de Doopgetuigen.
op
sterk
om
bijbedoeling,
van
zich
het
nemen van
door
volgen van de ordening der En-
dit
bescherming des Bisschops
de
te verzekeren.
aangekomenen slechts te meer. Uit den ijver voor den »vrijen Doop" tegenover den »Doop met getuigen" ontsproot daardoor van zelf een tweede strijd voor de SynoEn toen het dale Kerkinrichting tegenover den Bisschoppelijken dwang. Juist dit bijoogmerk verbitterde echter de nieuw
consistorie
van
,
om meester van
Ouderlingen
het terrein te blijven
uitstelde,
al
derheid, die de tegenpartij
dus
en
allengs
in
de nieuwe verkiezing
gemeente
de
verkreeg, in
het
de storm der hartstochten
met geweld tegenhield, barstte
consistorie
,
doorwerking van de meer-
de
onheilspellend over de pas gestichte gemeente los
,
een storm die
bij
de
wederzijdsche verhouding der partijen ten slotte niet anders dan op een
nederlaag voor den Kerkeraad kon uitloopen. Dit was te eerder te voorzien daar in het collegie van Diakenen reeds
door opposanten zitting was genomen. Men begrijpt hoe dit kwam? Een diaken deed ook destijds zwaarder dienst dan een ouderling. Het ging dus nog aan om de opengevallen ouderlingplaatsen onbezet te laten. Maar de ,
Diakenen kon men niet missen. Men had dus tot nieuwe benoemingen moeten overgaan en daardoor zijns ondanks moeten medewerken om de ,
,
reeds zoo machtige oppositie door de autoriteit van het
Van daar
de
dat
strijd
over
presbyteriale en diaconale macht.
Vóór het nemen van Doopgetuigen ijverden C.
Dottignies, L.
te versterken.
Doopgetuigen geheel het karakter
de
droeg van een worsteling tusschen de de predikant van
ambt
een aaneengesloten partij:
als
Wingen en de Ouderlingen J. Utenhove, A. van Doorn Thierry en W. Rowke, terwijl de zesde Ouderling, de
heer F. Marguinas
om
persoonlijke
maar toch minder homogeen
redenen, zich wel
met hun
bij
hen aansloot,
streven. Daarentegen
vond de boezem der gemeente voorkwam haar warme woordvoerders in het collegie van Diakenen, vooral in de H.H. B. Huysman, A. de Smet en M. Fockynck (meestal gevolgd door de H.H. W. Ardtsen oppositie
,
Avas
die uit den
,
J. Beelen en G. Princell) die bij hun optreden steeds trouw gesteund werden door een Commissie van Gemeenteleden onder leiding van den ,
heer
P.
de
Bert,
en
voorts
bestaande
Cuytmans van Hasselt, G. Dregge,
uit
de
H.H.
J.
de Pruet,
J.
H. Elinck en A. Gijselinck.
van Wingen won ook ditmaal den strijd nog door den machtigen dien hij in den Bisschop van Londen vond. Noch de meetings, noch de adressen van 'gemeenteleden noch de onverzettehjkheid der Diakenen kon baten want dit wist het consistorie wel geen Bisschop Ds.
steun,
,
:
;
der Anglikaansche kerk kon het »Tuygebruuken"
,
gelijk
men
het noemde,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1872
Abraham Kuyper Collection | 87 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1872
Abraham Kuyper Collection | 87 Pagina's