Het vergrijp der zeventien ouderlingen. - pagina 123

123

Vond

die liefde

geen grens in Jerusalem's onwil ter bekeering ?

Hem?

in haar verzet tegen „Jerusalem,

gezonden

zijn

hen hare

kiekens

uw

lieden hebt niet gewild! Ziet,

Vond

die

gij

de profeten doodt en steenigt, die tot u

hoe menigmaal heb ik uwe kinderen willen bijecnvergaderen, ge-

!

eene

lijkerwijs

Jerusalcm,

bij een vergadert

zeg

gij-

i)

geen grens in de zonde tegen den H. Geest

die liefde

den Zoon gewraakt?

scherper dan eenige lastering door „Daarom

onder de vleugelen, en

huis wordt u woest gelaten!"

u:

ik

zonde en lastering zal den menschen vergeven

alle

worden, maar de lastering tegen den H. Geest zal den menschen niet vergeven

eeuw noch

worden.... noch in deze

Vond

in de

toekomende!"") zijn verraad

geen grens in de misdaad door

die liefde

en kruisiging gepleegd? „De Zoon

mensehen

des

gaat

wel henen gelijk van

maar wee dien mensch, door wien de Zoon ware

hem

beter, zoo die

mensch

des

niet geboren

hem

geschreven

is,

menschen verraden wordt. Het

ware!"^)

„Alsdan zullen ze beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons, en tot ons; want indien ze dit doen aan het groene hout, wat

bedekt

heuvelen:

de

aan het dorre geschieden

zal

Geen grens „En

in de verwerping zijner teekenen?

Kapernaum!

gij,

1" ^)

gij

zijt

den hemel toe verhoogd,

tot

gij

zult tot in

de helle nedergeworpen worden, want zoo in Sodom en Gomorrha de krachten geschied waren, die in u geschied

bleven zijn

zijn,

zij

zouden tot op den huidigen dag ge-

ik zeg u, dat het den lande van

Doch

zijn.

in den dag des oordeels dan u lieden."

Was

de grens

zijner

Sodom

verdragelijker zal

^)

voor zijn opstanding, niet zelfs

liefde,

reeds bij de grens van Israël bepaald? „Vrouwe, het

hondekens voor

te

is

niet geoorloofd, het brood der kinderkens te

werpen."

^)

„Gij zult niet heengaan op den in

eenige

stad der Samaritanen,

schapen van het huis Israël."

weg der Heidenen en

zult niet ingaan tot de verlorene

')

1)

Matth. 23 Matth. 12

:

31, 32.

^)

Matth. 26

:

24.

•>)

Luc. 23

s)

Matth. 11

23, 24.

e)

:

Matth. 15

:

26.

')

Matth. 10

37,

gij

maar gaat veel meer heen

2)

:

nemen en den

38. ;

30, 31. :

5,

6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen