Ons huis - pagina 5

\

!

Broeders en Zusters

Geliefde

bereidt

Toeu

den

ik

in

Hem

ons heeft liefgehad, en ons plaatse

die

het Huls van den Vader

in

20sten October

des vorigen

36sten geboortedag mocht vieren,

jaars mijn

zond

onze vriend en broeder Ruys mij de definitieve stukken, waarbij mij het huis, dat ik thans bewoon,

namens V

Reeds uu

voltooid ziju.

Hem

door

Dat het

sinds

ik

nadacht,

zomer

worden,

bezit

zegen

lieve

vrouw en de kinderen, die God mij

ook

de

van

een

„huis" en over de beteekenis van een „huis" voor

het

biedt,

geschokte

krachten

ontvangen

indrukken

leert

maar ook

als

waarschuwing den

hart

toen

ik

in Zwitserland en Italië van herberg naar

me

in het verband des genadelevens

„We gaan naar ons eeuwig huis!"

spreken.

den zwerver,

het

Vooral

best.

En

voor den geest.

mijnen God gesterkt en verfrischt teruggekomen,

indrukken,

mijn

waarin

ook de gevaren speurde,

Eigen ondervinding

zelf.

Heer voor mij bewaard had, in mijn eigen huis inkcrrde, kon

om

goede,

gaf,

huis mij geschonken zijn!

dien

van

spreekt

mijner

van

zorge

met mijne

er

den

bij

speelden dan

trouwe

de

staan,

Met

en

herstelling

ter

herberg toog,

die

schenkingsdag eerlang

als die

zal,

Jleer naar mijn wensch en zin kon geen

meer over het

kau

er door verlokt

door de

sleet ik

ge^egende dagen.

hart

dezen

eigendom werd aangeboden. Zoo ik verwacht,

iu vrijen

de innerlijke inrichting van deze ruime, in den goeden ziu antieke en toch gezellige woning

verjaart

was

woord

het

weer-

den aandrang niet

ik

voor de Gemeente uit te

ook

gezet,

toen ik daarom,

weer met de mijnen,

der

dat als profetie

Schrift,

had geklonken.

bezitter van een eigen huis in de ziel

dat woord trad ik daarom op.

Het toen gesprokene heb

ik

V

op het papier gebracht, en wordt

herinnering

de

uit

hierbij

aangeboden. wist wel, dat Gij geen dank vraagt

Ik

fermenden Heer zou aannemen wil

dit

om U

wildet dat ik dat huis als een gave van onzen ont-

en

ik wist wel

dat

Gij niet

om mijn

hadt; maar toch,

het Gemeentealtaar gebracht

op

offer

;

om

persoon, maar

dat

in

mijns

werks

mijn hart de behoefte was,

een teeken, een noord, een symbool van mijn blijdschap te geven,

acht ge voor

minst niet

't

onnatuurlijk.

Niet

mij

ontliep

altijd

miskenning

ik

en

verguizing

Te meer nu het onttrekken van

dubbel waard.

van

uiting

deze

veroorlooft,

genegenheid

velen,

tevens

daartegenover

;

wier als

namen

is

een blijk van sympathie

zich niet

bij

uwen voegden,

de

van instemming met het hoofddoel

blijk

van mijn streven te beschouwen.

Dat

mannen,

enkele

naast

van kleine middelen"

;;luyde

Waar

gevoel.

kracht der

moest

Ik

u

vaak

beweging geraakt,

in

toch

hoe

zeggen,

En wat kon

ik

„Huis,

met den Saphyrberg

Jlocht

dat

En

bracht.

Gij,

voorts.

trouw het woord wel wonderlijk door mijner

in

de

bij

me

door

ziel

is,

uw

uwe

rijker te

niet

eu haast ongelooflijk

stelde,

de meeste

ais

opoffering

kost'e,

de

is

zedelijke

hoe klein ik mij onder zooveel goedheid van

heeft verkwikt.

U

de vrucht uwer eigen gave bieden, door

indrukken

krachteloos

heb saamgevat,

blijken,

zou er mijn

zal zijn, ik

maken

die

het

hierbij

het

vau

dit

bezit

U

uw oog

God voor dankeu. livv

van uw eigen richten

Verhoede

trouwen Heiland, in wien met blijft

^^/

ü

Hij

het

levensweg en den mijnen in heilige

zijp,

een woord

maar toch vast en onveranderlijk

vereenigd

te

blijven

al

het begeeren

opgedragen door

/(^/ê-

naar

hebben toege-

nop Saffieren grondvesten;

voor wie weet stof te

l^/

rijker in het bezit

bovenal ook

in bezit, mij schade aan mijn ziel zoudt

Ik zal

en aan wiens ontferming Ge

é^ala..^

dat

huiselijk leven verhoogen,

/

(L-^^/.^

offer

Broeders en Zusters! sta onbewegelijk op der belofte gegrift:

de genade van dien

over veel

den gevel staande" deze eerste maanden in mij wekte.

lezing

dat eens eeuwig het

Huis,

genadiz,

ook

het

L'

ziel

waarin ik de geestelijke

maken, de wijding van

huisgezin dat

zenden,

te

met een

ik dit waardeer,

dan beter doen, dan

toe

Rentmeesters

te grooter geweest.

mijn God gevoel, hoe deze uwe liefde mij de

woord

tot

verhoogde niet weinig de waarde van het geschenk voor mijn

saamwerkten,

zoovelen

liefde, die

Heer

de

die

staan,

Uïv dankbaren Broeder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen