De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 12
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
12
ditzelfde beginsel een
uit
kom ik
en hiermede
Maar,
klove tussclien het heilige en onheilige.
tot
bij
de modernen
nog veel wranger vrucht geteeld,
en voor de
mijne derde klacht, de hedendaagsche Schriftstudie heeft
de reeds uit haar voegen gelichte en sterk ontaarde theologie eenvoudig
geheel andere nieuwe wetenschap in de plaatsgescho-
een
ven.
ectypa,
geen theologia
Is er
d.
i.
geen waarheidsmede deeling
voor ons bewustzijn gereeden vorm, dan zoo spraken deze conse-
in een
quente mannen, dan ook aan u geenrecht,
wordingen
om
onze
hooger dan de
principieel
de in ü opdoemende gewaarte schatten
hoogstens in graad van ontwikkeling verschillen ze leven die
er een Darwinistisch proces
is
stond
b)rh t^lp \2
dempt
En
!
;
niet specifiek,
dan de scheidsmuur
zoo viel
en
de klove tusschen profaan
;
:
óók in het godsdienstig
de afgoderijen werden nu de godsdiensten der volken
;
;
en met de
boeken der andere volken, ook de heilige boeken van Israël aan
heilige
den toetssteen van
Naar
profane litteratuur gekeurd.
alle
vierderlei tente
der wetenschap ging toen de groep onzer theologen uiteen.
wetenschap
der
welnu
philologie,
haar
Semitische letterkunde
van de schap
werd ge-
heilig
der
volkenkunde
;
wetenschap der godsdiensten
wetenschap
dier
optreden.
schap der psychologie, onder haar auspiciën zou
stig gevoel wijsbegeerte, en
geerte
te
En
onderzoeken.
Er
nota nemen.
onderdeel
als
eindelijk, er
godsdienst.
van den
is
een wetenzou
nu d e
Er was een weten-
men
het
godsdien-
was een wetenschap der
zou voortaan ook den last ontvangen,
zij
leveren
Er was een
zouden voortaan ook
priesters
om een wijsbe-
Zoo ontstond naast en
tegenover de heilige godgeleerdheid, een geheel andere, geheel afzonderlijke
En
wetenschap,
meer van God, maar van den
niet
het was die fonkelnieuwe
en hierin
die,
godsdienst. „wetenschap van den godsdienst,
voor de gemeente van Christus het grievende, de droeve
ligt
oneerlijkheid bestond, van zich onder den ouden
aan
dienen,
te
en,
de
eerst achteruitgezette
naam van
,
Godgeleerdheid"
Sancta Theologia
ganschelijk van het erf der Staatsfaculteit verjagend, alsnu zichzelve gedragen
ging
als
eenig rechtmatige bewoonster ja, bezitster, van het oude heilige huis.
Onze klacht tegen
u, die, als
onze broederen en met den
naam van Jezus op
de lippen, tot deze omwenteling van het bestaande hebt medegewerkt,
is
dus niet slechts dat ge de theologie hebt verminkt en gedoogd hebt dat ze vervalscht werd
;
neen maar veel meer dat ge der Sancta Theologia, door
prijsgeving van de dogmatiek en de practicale godgeleerdheid, het
en
de
cerijen
hersenen
gebalsemd,
weg
Ziet, broederen, in u, dat
ge met
uitlichten,
liet
te zien
om
ze als ziellooze
den naam des Heeren, dit
uw gedoogen
mummie, met
bergen in den modernen sarcophaag
de profane
stuit,
hart spe^).
dit ergert ons in
wetenschap van den gods-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's