Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 87
WAT GFXDEN MOET VAN DE DIENAREN DES WOORDS.
6l
weiden met eigen ideeën, waar men een tekst voor plaatst; neen, maar het Woord gelijk het daar ligt te prediken door het te ontvouwen en werkzaam op de harten te maken. Wie niet onvoorwaardelijk te
de onfeilbaarheid der Heilige Schriftuur belijdt, kan om die reden niet den Dienst des Woords worden toegelaten. Immers deze onfeilbaar-
tot
heid te bestrijden en nochtans met een „daar staat geschreven" voor de gemeente op te treden, is den schijn aannemen van iets te belijden, wat men ontkent. Dus onzedelijk.
Voor dezen Dienst behoort de persoon opgeleid,
die er in dienen zal, te worden oefening in godzaligheden als door oefening in geleerd maar ongodzalig man is op den kansel machte-
zoo
Een
studiën.
door
af. Maar ook eeii godzalig maar onnoozel man is in de bediening misplaatst. Studie met godzaligheid gepaard, is dus de onafwijsbare voorwaarde, mits bij die onderscheidene studiën de studie, ik zeg niet over, neen, maar van en in Gods Woord steeds onver-
loos en stoot
op den voorgrond sta. Ontbreekt er gelegenheid voor zulk een opleiding, dan dient de kerk haar in het leven te roepen. Bestaat die, dan kan de kerk volstaan met na volbrachte studie de candidaten te examineeren. Het recht tot deze examinatie van proponenten berust bij den kerkeraad, omdat de kerkeraad beroept. Overmits echter naburige kerken hierin een gelijk belang hebben, en vele dorpskerken buiten staat zijn, om in studiën te examineeren, doet men beter, door vele kerken saam in de classis zulk een examen te laten afnemen. Zulk een examen dient én over de studiën én over de godzaligheid te biddelijk
gaan.
Niet
om
persoon voor
op
zijn
wat het
God
te
punt betreft den
laatste
beoordeelen, maar
belijdenis en wandel.
Op
om
staat
van zulk een
zeer scherp acht te geven
door te onderzoeken wandel door te ondervragen die hem kennen. Bovendien behoort er keuring te geschieden van de gave tot mededeeling door Koning Jezus aan zulk een persoon verleend of onthouden, opdat men naarstiglijk onderzoeke, of hij de gave der predicatie, der gebeden, der onderwijzing en der of
hij
in
allen deele rechtzinnig
zijn
is,
belijdenis
en op
zijn
vertroosting werkelijk bezit.
Aldus van kerkswege behoorlijk geëxamineerde personen komen tot hun ambt door de roeping der kerken en door inzetting in hunne bediening. De kerken hebben heur Dienaren des Woords te roepen. Niet door hoofdelijke stemming; ook niet in kiescolleges gekozen door ieder die maar wil; maar zoo dat de geloovigen hun wenschen kenbaar maken aan den kerkeraad alsnu
door
het
formeeren
van
een voordracht; dat daarna de kerkeraad
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's