De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 109
VAN ÜE VOLHAUDINO DER HEILIGEN.
IIOOFDST. V.
zekerlijk gelooven, dat
en
zijn
zij
Kerk, dat
der
leden
ware en levendige
blijven zuil en
altijd
hebben vergevinge
ij
91
der zonden en het eeuwige
leven.
En
X.
volgens dien spruit deze verzekerdheid niet uit eenige bijzondere
der
Gods,
bek)fteu
die
Hij
troost
geopenbaard heeft;
onzen
geest
eindelijk,
in
des H. Geestes,
uit het getuigenis
die
mede met
(Rom. 8:16j;
de ernstige en heilige betrachting van een goed geweten en
uit
En
zoo de uitverkorenen Gods dezen vasten troost in
deze wereld niet hadden, dat
zij
de overwinninge behouden zullen, mits-
pand der eeuwige
onbedrieglijk
heerlijkheid,
zoo zouden
zij
ellendigste van alle menschen.
wezen de
Ondertusschen getuigt
XI.
zijn
dat wij zijn hinderen en erfgenamen Gods
getuigt,
van goede werken.
gaders dit
Woord geschied, maar uit het gelove Woord zeer overvloedig tot onzen
zonder of buiten het
openbaring,
de
Schrifture,
de geloovigen,
dat
in
dit
leven tegen verscheidene twijfelingen des vleesches strijden, en in zware
aanvechting gesteld zijnde, dit volle betrouvven des geloofs en deze zekerheid der volharding niet ting,
hen
laat
altijd
gevoeleo
hun
vermogen
boven
verzoeking ook de uitkomst (1
maar God, de Vader
;
Kor. 10
:
13),
Doch zoo
harding
ware
de
maken, dat
zij
ware
vreeze,
ver
geloovigen hoo vaardig en
godzaligheid,
een
lijdzaamheid
in
prikkel
ernstige gelijk
de voorbeelden der heiligen
blijkt.
wordt
Wanneer ook
dat in hen
niet voort
maar eene
heid,
nemen,
die
verzekerdheid
van
vleeschelijk-zorgeloos zoude
van nederigheid, kinderlijke strijd,
en uit
vurige gebeden
van
die
betrachtiug
,
weldaad
van
dank-
de getuigenissen der Schrifture en
vs^eder opgericht
wederom levendig
worden,
zoo brengt
eenige dartelheid of onachtzaamheid der godzalig-
veel grootere zorg, te
overdenking
gedurige
het vertrouwen der volhardinge
degenen, die van den val
in
is
in allen
God, en dat de
tot
baarheid en goede werken,
XIII.
op.
het kruis en in de belijdenis der waarheid, mitsgaders
van vaste blijdschap is
met de
hen de verzekerd-
in
van daar, dat deze verzekerdheid der vol-
daarentegen een ware wortel
standvastigheid in
hun
het
is
wekt
wederom
heid der volharding door den H. Geest
XII.
en
aller vertroos-
worden, maar geeft
niet verzocht
voren
bereid
om de wegen
zijn,
opdat
zij
des Heeren
waar
te
daarin wandelende, de
van hunne volharding zouden mogen behouden, en opdat
het aanschijn des verzoenden Gods (welks aanschouwing den godvruchtigen zoeter
om
is
het
dan het leven, en welks verberging bitterder misbruik
gekeerd worde, en
is
dan de dood),
van zijne vaderlijke goedertierenheid niet wederom zij
alzoo in zwaarder kwellingen des
af-
gemoeds vervallen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's