Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 28
DE KONING DER KERK.
14
alle
macht, getuigt de Christus
zelf,
gegeven
in
hemel en op aarde."
Oorspronkelijk berust het gezag over de kerk dus, evenals alle andere
God
d. i. bij Vader, Zoon en Heiligen Geest. bron der goddelijke souvereiniteit, en in zooverre de Christus Gods eigen Zoon en zelf God is, neemt hij ongetwijfeld ook aan die oorspronkelijke souvereine macht over de kerk goddelijk deel. Maar, en hier dient scherp op gelet, aangestelde Koning der kerk is Jezus niet als Gods Zoon, maar als onze Middelaar, want alleen als Middelaar bezit hij het souverein gezag over de kerk
macht, alleen
Het
bij
Drieëenig
vloeit voort uit de
niet uit zichzelf,
gratie
mits
hoog De
maar
altoos
is
hij
koning
bij
de gratie Gods, of liever over-
onverdiende gunst
in
zich. sluit,
door Godes
bestel.
in God Drieëenig alle souverein gezoowel om te gebieden in den staat en onder de volken, als om te gebieden in de kerk. Nu belieft het intusschen den Heere Heere, dit gezag noch over de volken noch over de kerk rechtstreeks uit te oefenen, en deswege stelt hij over de volken vorsten en stedehouders, en nu evenzoo over zijne kerk den Middelaar Christus. Gelijk dus de koningen der aarde een aan den souvereinen God ontleende autoriteit over de natiën hebben, evenzoo is Jezus onze Middelaar bekleed met eene aan den souvereinen God ontleende autoriteit over de kerk. Wel is aan den Zoon, opdat hij een waarachtig koning over zijn kerk zou kunnen zijn, tevens ook macht gegeven over den Satan, die de kerk aanvecht en overweldigen wil, over de engelen die uitgezonden worden om dergenen wil die de zaligheid beërven zullen, en zoo ook over vorsten en volken onder wier kronen en in wier midden de kerken optreden en bloeien maar dit doet niets af noch toe, aan het ernstig en onloochenbaar feit, dat Jezus' koningschap over zijn kerk een loon voor zijne onuitsprekelijke liefde is. Zijn loon is op zijn zelfofferande gegrond. Even uit dien hoofde is zijn koningschap daarom ook van zijn priesterschap onafscheidelijk, en onafscheidelijk evenzoo van zijn profetische eere. Golgotha is geen dood feit, maar de eeuwige altoos levende gebeurtenis, die door hem actief op de zielen zijner uitverkorenen van uur tot uur en van oogenblik tot oogenblik wordt toegepast. En overmits het Woord zonder gezag geen Woord Gods meer zijn zou, kan er in zijn kerk geen profetisch getuigenis naast zijn koningschap zijn. De priester en profeet zijn in den koning één, en voor de organisatie en formatie der kerk op aarde moet dus als door Gods Woord geoordeeld en als Jezus' eere aanrandend, afgewezen en bestreden elk pogen om een priesterschap na of naast Golgotha, om een gezagsfeer naast
zag
zaak staat dus alzoo, dat
rust,
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's