Ijzer en leem - pagina 20

18 dat alles nieuw tintend, dat desnoods voor geen breuke terugdeinzend

En

heroïsme.

men dan

of

schold,

al

daarom noch uw

kon

dit

en eenlieidlievende kringen

in ordelievende

verkorenen van ons geslacht

deze

voor muitziek en revolutionair

doen verkoelen, noch

liefde

uw

temperen, noch het vuur van

bewondering

uw

geestdrift blusschen,

omdat men dat „Verleider der schare" immers ook den Zone Gods had nageroepen, zoo

en

had nagehouden

aan

zijn discipelenkring.

Want

met ons en tegen hen die elke breuke verfoeien.

Brugman uw

het vuur van een

ja, laat

wilt,

doet wat ge

lippen bezielen,

nooit, nooit brengt ge er op Hollands erf het nageslacht der

om

zouden halen,

doen

marmer het beeld van een

er in smetteloos

verrijzen,

den

toenmaals, immers,

Kerk en School en

En komen,

zelve

ik

M.

dan,

Op

maar voor wat het

breuke

breuke

dat

op

een

H., op dit eerste puut althaus mijn

de Conditie»

zullen

we

beginsel aangaat, is het

zoo dadelijk

dan uu, dunkt

gebed voor onze Universiteit, omdat

ze,

de wetenschap vertegenwoordigend, misschien ook

in

kerkelijk

en óns deswege

en eenheid

Staat.

rekenen.

uitgemaakt,

mij,

tot

mag

zoo

voldongen

pleit

Filips

onberispelijken

zoo

o,

pleitbezorger der ook thans weer zoo hooggeloofde orde in

maar

Geuzen

dat ze ooit het standbeeld van den Zwijger op het Plein omver

toe,

te

Eu

dan ook het getuigenis der Consciënlie én eenparig én beslissend

is

,,

kon

erf

mannen der

leiden, zonder

meer ongoddelijk,

revolutie" te noemen, een oordeel dat

noch voor het getuigenis van Gods Woord, noch voor de rechtbank der Historie, uoch eindelijk voor de inspraak der Consciëntie kan bestaan.

Maar nu dan de

Conditiën,

M. H.

min

dit spreekt toch

elke

Eer integendeel noch scheiding noch breuke

lof.

ze

Want

!

vanzelf, lang niet elke scheiding en veel

vrucht

aller

is

mag

ooit,

dan waar

van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan den Koning

koningen, die Heer ook aller heeren

Zien

wel

breuke heeft onzen

we

is.

dan, hoe dit ééne machtige beding in de veelvormig-

heid des levens te staan komt.

En

dan moet Huisgezin en Staat aanstonds scherp afgescheiden

van de School en van de Kerk.

Want

wel

is

in alle deze

Heere eenig Souverein en opperste Gebieder; maar

dit

God de

gezag werkt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen