Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 91

§ 23,

commissoriaal

de zaak

eischen,

flat

kon bier

zelfs

niets aan

89

VOÜRLOOPIGE SCHORSING.

l>E

wierd gemaakt.

De Kerkeraad had

doen.

De Kerkeraad

hier niet over te

stemuï^n. Hij moest een Commissie benoemen. Het niet vroeger ontgeen zaak, die Gij zonder de stuitendste is dus onbillijkheid hem als verzwaring nioogt of' kunt toerekenen. De man, Ook die ten deze de schuld draagt, is Ds. P. C. van der Horst. dit wist Ge, en hem laat Ge ongemoeid, en zijn verzuim, om het

vangen van antwoord

rekent Gij den ondergeteekende als ver-

woord te bezigen, zwaring van schuld aan.

zachtste

maar huit dit v(jor Uwe rekening. naar Gij meent, zijn verkeerdheid ten deze zou inzien, zoude dan ook door ü geen oogenblik ondersteld zijn, indien uwe vergadering geweten had, dat de ondergeteekende op gewraakte stem uitbracht naar eer den 14 Dec. 1885 de door Hij spreekt hierover niet verder, I)è

mogelijkheid, dat

hij,

m

U

geweien.

Mannen van karakter

zijn

w'wi

gewoon hun overtuiging

als

een

kleed te verwisselen.

van .

En uw

Avat

uw

laatste

vraag

betreft, of hij bereid is de geldigheid

besluit, waarbij Gij het Kerkeraadsbesluit

van 14 December

jl.

U

te antzegt vernietigd te hebben, erkent, zoo veroorlooft hij zich, woorden, vooreerst dat hij juist over deze vraag licht wacht van de Commissie, die de Kerkeraad Ijenoemd heeft, teneinde hem van c(msideratie en advies te dienen: maar die thans juist door deze daad van schorsing buiten de mogelijkheid is, dit licht voor hem te ontsteken

:

ten andere dat hij in hoofdzaak de rechtspositie, ook gelijk die vóór 14 December jl. was en door de wijziging van 1875 ontstond, genoegzaam verzekerd acht en zich dns zal neerleggen bij alle wettige

Uw

en ten derde dat de bevan derden kon raken, zaak hier een slissing, welke die gevolgen die niet door hem, maar alleen, of door overeenkomst, of door den

rechtsgevolgen, die

dit

besluit heeft; zijn,

burgerlijken rechter kan worden uitgemaakt. En voorts hebben zij hieraan niets toe te voegen, dan dat zij schrijven in zich geheel nederl eggen bij de uitspraak, door

U

Uw

aan den Algemeenen Kerkeraad gedaan, waarin Kerkeraad is zeer zeker in de wijze van Algemeene Gij zegt: ,De Bestuur dier eigendommen volstrekt onafhankelijk van enig ander Kerkelijk Bestuur. Het Classicaal Bestuur heeft dan ook daaromtrent van

15 December

jl.

(

niets te

zeggen!''

Hetwelk doende

enz.

Amsterdam. 9 Januari 1886 Uit dit antwoord blijkt, dat de geschorsten volstrekt niet onvoorwaaraan art. 41 vasthielden, gelijk er nu nog niet één onder hen is die' de reg elin<J. u-el ijk die vóór 14 Dec. 1885 gold. niet bruikbaar zou keuren. He<^(BprTie waarheid in strijd, dat terugneming van dit artikel den vrede zouhersteld hebben. Er wierd dan ook iets geheel anders Gevraagd namelijk, dal men aan hel Classicaat Bestuur hot gevraagd. recht zou lodoinrn, om hel Heijtemeiil voor hel Beheer (joed of af Ie keu reu. en om op dien grond een besluit tot het aanbrengen van wijzigingen in

delijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen