Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 96
;
94
§ 24.
WAT NA HET SCHORSINGSBESLUIT GEBEURD
de heeren P. Altink c. navolgend antwoord inzonden
toen
s.
IS ?
onder dagteekening van 21 Januari dit
:
heeft uw schrijven van den 15 Januari orde ontvangen, en moet u (uwe qualiteit in het daarop het navolgende berichten schrijven hem ter verantwoording roept wegens eene door hem in eene vergadering uitgebracht en dat
De ondergeteékende 1886 in goede midden latende) P. dat uw stem of advies, in een vrij land,
:
;
onder
vrije burgers,
niemand
zich het recht hiertoe
mag
aanmatigen. dat de beantwoording van de vraag, die gij doet, hetzij deze zin gegeven in een ontkennenden, hetzij ze in een toestemmenden werd, u altoos bekend zou maken met de toedracht van zaken in eene vergadering, waarvan gij geene leden zijt. En aangezien elke vergadering alleen zelve te beslissen heeft, wat zij naar buiten al dan niet bekend wil hebben, zoudt gij hem tot een oneerlijk man maken, indien het uwe bedoeling was, om hem en zijne medeleden tot beantwoording van uwe vraag te dwingen Kerkelijke Commissie voor hetgeen hij 3. dat hij als lid der in die qualiteit verricht heeft, niet aan U, maar alleen aan die Commissie, aan den Algemeenen Kerkeraad, of aan de Gemeente desgevorderd verantwoording schuldig is. Hij vertrouwt dan ook, dat Uwe vergadering, bij nader inzien, hem ten deze geen geweld zal willen aandoen. Hij althans zal als burger, als Christenmensch, als eerlijk man en als gebonden vrij door een plechtige belofte (zie art. 10 Regl. en Instr.) U in deze 2^.
zaak niet ter wille kunnen zijn. Bovendien is Uw beweren, alsof hij ooit een belofte op de reglementen gedaan heeft, volstrekt onjuist. Hij deed zulk eene belofte
nimmer. Amsterdam,^ 21 Januari 1886. Sinds liet het Classicaal Bestuur deze zaak rusten; en keerde- hiermee terug in het Synodale spoor. Immers toen in 1871 door het Classicaal Bestuur van Harderwijk de vraag was gesteld, of het aanging. Kerkvoogden ook wegens handelingen, in het Beheerscollege verricht, met censuur te vervolgen, vereenigde de Algemeene Synode zich zonder beding met de conclusie van het rapport, dat door de heeren Huurling, Steenberg i); en dat zeer beslist zulk en Krabbe over deze zaak wierd uitgebracht een bevoegdheid der kerkelijke Besturen ontkende. Reeds het Provinciaal Kerkbestuur van Grelderland had de zaak in deze richting geleid. Zoo toch meldt het rapport
~):
is, volgens zijne Memorie, van Bestureu met de Kerkvoogdijen niets te
Het Kerkbestuur van Gelderland oordeel,
1)
dat
de
Classikale
Syn. Hand. 1871,
p.
339. //Wat de derde vraag betreft,
vereenigt
de vergadering zich met het advies der Commissie en wordt deze laatste vraag ~) Syn. Hand. 1871, p. 298. dus in dien zin beantwoord.''
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's