Uit de diepte - pagina 536

:

530

Mgne hoorders! Welk spreken wordt bij u gevonden? »De tong," zegt Jakobus, »is een klein lid en roemt nochtans groote dingen de tong is ook een vuur, eene wereld der ongerech5—12. tigheid." Zie Jakobus 3 We hoorden ook van tweeërlei spreken, van tweeërlei volk en taal. Als de Heere nu in ons midden kwam met de aankondiging zijner oordeelen, wat zou dan het woord der lippen of de gedachte des harten zyn? Zoudt ge zeggen, zoo het u tegenliep, en ge de roede des Heeren zwaar moest voelen »Het is tevergeefs God te dienen; ik prijs hen gelukkig, die voorspoed in de wereld hebben; ik ben toch zoo godsdienstig en het helpt mij niets" ? Of kent ge dat spreken van het volk des Heeren, de taal Kanaans, die de Heere zijnen kinderen leert spreken en verstaan? Wordt het ook in uw spreken openbaar, dat ge des ;

:

Heeren

naam gedenkt en

zijn

eigendom

zijt?

En nu vragen

»Wat denken

do menschen wel van uw spreken?" o, Dan zijn er zoovelen, van wie de menschen oordeelen: 3>Die kan zoo godsdienstig spreken en zoo bidden!" Mijn hoorder! ook in het spreken over God en zijn dienst komt het uit, dat het hart des menschen doodelijk en arglistig is. En het zal de vraag zijn, of er in eenig ding zooveel namaaksel is dan juist in het spreken over den dienst van God. Daarom komt thans de vraag: »Wat moet God denken van uw spreken ?" Hy merkt het en hoort. Kan Hij het schrijven in het gedenkboek voor degenen, die Hem vreezen? Met of door het spreken over den Heere en zijn dienst komt men niet in den hemel maar evenmin zonder dat spreken. Des Heeren volk is toch geroepen om te spreken. Jezus »Zoo deze zwijgen, de steenen zouden spreken !" Wie zelf zeide door den Heere iu genade is aangenomen, moet ook spreken van de wegen des Heeren heeft behoefte den naam des Heeren in het midden zijner ganstgenooten grootte maken; heeft drang des harten om de daden des Heeren te vermelden en

we

niet:

;

:

;

deugden

te verkondigen! spreken staat tegenover het spreken van den onwedergeboren zondaar. Als deze spreekt van den dienst Gods, is het onwaarheid want hij dient God niet, hy verstaat de dingen Gods niet en kan er dus niet van spreken met het hart. Gods Geest werkt het spreken, dat ons tekstwoord bedoelt, en de Heere neigt zijn oor naar de stem der zijnen, hetzij die in een ware klacht over zichzelven, of in een loflied ter verheerlyking van Gods liefde en trouw opstijgt. En wanneer zij de oordeelen des Heeren zien komen, mag dikwerf in hun midden de

zijne

Dit

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen