Uit de diepte - pagina 760

:

754 eene oorzaak van blijdschap moest zijn, ook straks zou worden, was hun eene oorzaak van droefheid en smart. De bestraffing van Christus is op verre na niet zoet en aangenaam voor het hoogmoedig bestaan van den mensch van nature. Een onverstandige genoemd te worden hoe verzet onze ingebeelde wijsheid zich daartegen En toch, men moet voor het woord des Konings vallen, want het is naar waarheid. Christus had zijn discipelen zoo dikwijls van zyn lijden en sterven gesproken en hen daaraan herinnerd zoo ook, dat Hij van de dooden moest opstaan. Daarbij was zyn onderwijs op het getuigenis van wet, profeten en psalmen gegrond niettegenstaande dit werden zy geschud en geslingerd door ongeloof. o, Hoezeer is het gebed: »Leid mij in uwe waarheid, en leer my," noodzakelijk Hunne wankelmoedigheid schreef Christus aan dwaasheid toe. Zij waren achteloos en gaven hun hart niet aan de redenen des Heeren. In Jezus hadden zij zulk een uitnemenden Leeraar en toch waren zij onverstandig en traag van hart om te ge,

!

;

;

!

looven.

Wat is er niet noodig om den tegenstand des vleesches tegen den weg van vrije genade te overwinnen Eene menigte menschen zijn ook thans onwetend, omdat zij zoo wijs bij zichzelven, zoo eigenzinnig en onbuigzaam zijn. Christus wilde zyn achtelooze en slaperige discipelen wakker schudden en daarom begon Hij met hen te bestraffen. Gewis, de groote Zielenarts weet, hoe Hij een ieder der zijnen behandelen moet. Welgelukzalig zyn zij, die door den oppersten Leeraar getuchtigd en geleerd worden uit zijne wet (Ps. 94 12). Dan leert men eigen dwaasheid kennen en verfoeit zichzelven in stof en asch. Dan wordt het ongeloof als zonde gekend en veroordeeld. Dan gelooft men Gods heilig Woord, zoowel in de getuigenis omtrent den staat der vernedering als van die der verhooging van den Middelaar, ja, is de gansche Heilige !

:

Schrift ons dierbaar.

Om

deze discipelen temeer van de noodzakelijkheid van zyn en sterven te overtuigen, kiest Christus den vragenden vorm. en wordt er aldus aan de vraag » Moest de Christus niet deze dingen lyden, en alzoo in zijne heerlijkheid ingaan ?" gegeven. Op vers 20 worden wij hier lijden

Klem

nadruk

teruggewezen. Wij hebben hier een moeten, dat eene overeenkomst tusschen den Vader en den Zoon als Borg en Middelaar ten grondslag heeft. Als Middelaar moest de Zoon het werk zijns Vaders doen (Joh. 4 34). Hij moest door Samaria gaan. :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen