GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 341

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 341

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

335 gedachten jegens hem in uw hart; zijn uwe vingeren ook bevlekt met ongerechtigheid? En spreken uwe lippen welwaarheid? Ziet eens, of uw vertrouwen ook op ijdelheid is, of gy niet zoekt dingen, die uwe schuld slechts zwaarder maken, die uwe zonden slechts doen aangroeien, en die uwe ziel niet zullen kunnen redden van het verderf. Ziet eens of het ook bij u gevonden wordt, wat in dit hoofdstuk staat: » Die van hunne eieren eet, moet sterven; en als het in stukken gedrukt wordt, er berst een adder uit." Ach! wij kunnen dan menige webbe weven, om er onze ongerechtigheid mede te bedekken wy vinden nog wel iets goeds in ons; wij denken misschien, dat ons harte en ons bedoelen nog niet zoo verkeerd is; wij verontschuldigen ons met onze omstandigheden wij werpen de schuld op onzen naaste. Wij doen als Adam, die zeide » De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij gegeven en ik heb gegeten," of als Eva, dio zeide: »Die slang heeft mij bedrogen." Heimelijk werpen wij dan de schuld op God, en dekken onszelven met de vijgebladeren van ons goed bedoelen. Maar er staat: » Hunne webben deugen niet tot kleederen, en zij zullen zichzelven niet kunnen dekken met hunne werken: hunne ,

;

;

:

werken zijn werken der ongerechtigheid." Ach! mocht het maar komen bij ons tot

die belijdenis:

»Onze

overtredingen zijn vele voor U, en onze zonden getuigen tegen ons; want onze overtredingen zijn bij ons, en onze ongerechtigheden kennen wij." Ziet eens, wat hier in dit hoofdstuk getuigd wordt van dat Zion, dat vanwege de bewezene goedertierenheden Gods zoo ten hoogste verplicht was God te vreezen en te zoeken als het allerhoogste goed, en zijne geboden te bewaren. Er staat van geschreven » De Heere zag het, en het was kwaad in zijne oogen, dat er geen recht was." Maar ziet nu eens, o zondaar de ontfermingen Gods en :

!

uwe ellende tevens. Want er staat: »De Heere omdat er geen voorbidder was." De Heere zag

ontzette zich, als het

ware

neder op dat volk, tot zijn dienst en vreeze ten duurste verplicht, en wat zag Hij bij ons? Onrecht, wederspannigheid tegen God, eigenwilligheid, verkeerde gezindheid en handeling met den naaste. En nu zag God, of er ook iets of iemand was, om die zware schuld weg te nemen en te verzoenen, waardoor wij des eeuwigen doods schuldig zijn, of er ook iemand was, die waardig was en bij machte was, dat eeuwig verderf, dat eeuwig oordeel van ons af te bidden. En zie, God vond er geen. En daarom, staat er, o n t z e 1 1 e Hij zich. Maar mochten w ij nu leeren, ons te ontzetten over onze verdorvenheid van hart. Ach mochten w ij met den verloren zoon tot !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 341

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's