De twaalf patriarchen - pagina 76

I

I

KiiiH'iiiiiiii'i'i

68

I

: 11

DE

S'i'i

'

iii'i'i'iii;i I

I

I

I

I

II lil II

I

I

t

I

I

I

I

I

BENJAMIN.

PATllIAKCII

aan Benjamin wierd de glorie van de Godsstad gegeven, en

daarom Benjamin de Beminde des Heeren.

Immers berg, en lijke

maar

Juda,

in

niet

Benjamin lag Moriahs

in

Moriah het Sion Gods, en daaronder het heer-

bij

Jeruzalem,

als

omstuwd met

Grods bergen.

Hieraan lag het dan ook, dat Benjamin naar Juda trok,

En

en Juda aan Benjamin kleefde.

stammen van het Benjamin

En

i

alleen,

toch

en

huis Davids afvielen,

wierd Benjamin

geluk skin d^' boven zijn broe-

1

ling,

I

deren,

\

Ben-ö/r/ dieper zin dan Jacob giste.

al

bleef Benjamin, en

aan het prinselijk Messiashuis getrouw.

ging Jacobs profetie op die wijze in vervul-

al

school

toch

toen tien van de twaalf

ook

//

Rachels stervende klachte van

in

De moeder die

Rachel

i

eerst, als

I

kinderen roept en die kinderen haar onthouden worden.

I

is

1

stervende, tot

ze

I

zorge

i

besef

in Israël //de klagende moeder/'

\

om

|

i

klagende moeder^', die in haar barensweeën

:

God schreeuwt, omdat haar kind haar moeder-

\

,/de

derven

\

Dan

Hanna, haar klachte

weer

:

1

I

is

:

moet.

En

uitstort,

wordt

eindelijk

en voor de profetie nogmaals

7ilili|i|i|iiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiii<iiliiiiiiri>iiiiiiriiiiiiltitiiriimiiii<i'i

i

i

i

i

i

i

i

i

i

i

omdat haar

i

,/de

i

iii

i

ze

voor

ziel

Israëls

|

klagende moeder'^,

l

iri.i:Miiiiiiiiiiiiiiii:i;i.i:ii|i|ilililililiiiiililililiiiiilil

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen