Uit de diepte - pagina 250

:

244 leven en door die wereld om ons heen op ons zoo is het toch ook weer onder dat alles niet alleen lijdelijk, het ondergaat niet alleen die invloeden, maar het oefent op zijne beurt ook weer invloed uit op die wereld om ons heen. Gelijk anderen invloed uitoefenden op ons lot en loven, zoo oefenen ook wij wederkeerig invloed op hen, en wordea daardoor evenzeer aansprakelijk voor het geluk of ongeluk van anderen, als anderen het zijn tegenover ons. Maar welk een ontzettende verantwoordelykheid zou daaruit niet volgen, indien wy dat alles alleen uit hét standpunt van menschen tegenover menschen moesten beschouwen; indien het leven door geen hoogere macht beheerscht werd zoodat wij enkel afhankelijk waren van menschen, en anderen op hunne beurt van ons; indien wy bij al het lijden, dat de een den ander doet ondergaan bij al het onrecht, dat er op aarde gepleegd wordt, alleen elkander daarvoor ter verantwoording hadden te roepen; dan ware de wereld overgeleverd aan menschelijke willekeur; dan ware daar geene plaats voor een die

door

het

worden uitgeoefend

,

,

;

Goddelijk wereldbestuur. Neen, de mensch overdenkt

zijnen weg, maar de Heere bestuurt zijne gangen; Hij, die met het heir des hemels en met de inwoners der aarde doet naar zijn welgevallen; zijn raad alleen bestaat in eeuwigheid. Die gedachte geeft rust, boezemt vertrouwen in; hoe ook de heidenen woeden en de volken ijdelheid bedenken; hoe ook de koningen der aarde zich opmaken en de vorsten tedie zamen beraadslagen tegen den Heere en zijn Gezalfde, in den hemel woont zal lachen, de Heere zal hen bespotten Hij spreekt op zijn tijd een: x-Tot hiertoe en niet verder!" En hoevele zijn niet de oogenblikken en de omstandigheden in het leven, waarin wij meer dan ooit dien steun voor ons hart behoeven, wanneer onze ziel zich nederbuigt en onrustig het is in ons, en die hoop op God ons eenig uitzicht is; dan te kunnen gelooven de Heere regeert; en tot onze benauwers te kunnen zeggen: »Gij zoudt geen macht tegen mij hebben, indien ze u niet van boven gegeven ware"; dit wetende, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen moeten medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar zyn voornemen

—

;

—

:

geroepen

zijn.

wij met het oog daarop een woord der Heilige opgeteekend in het boek der Spreuken van Salomo

Overdenken Schrift, ons

Des konings hart is in de hand des Heeren waterbeken; Hij neigt het tot al wat Hij wil. Spr. 21

:

als 1.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen