Uit de diepte - pagina 686

680 der Kerk om niet te zeldzaam het bevel des Heeren op te volgen, van zijn dood te verkondigen, totdat Hij komt. Dies is de terugkeer tot een tweemaandelijksche viering ook ééne van de zegeningen, die de reformatie der kerken ons aanbracht. Onverstand en traagheid van harte om te gelooven wat de Heere zegt, en om te letten op zijne vperken, kan veel zegen doen teloorgaan. Indien zij op deze ure in de opperzale meer acht gegeven hadden, hoe hadden dan de discipelen daaruit kracht kunnen putten voor de nabijzijnde toekomst! Ik weet het: de schok zou ontzettend zijn. Geen minder dan de Satan zou de zeef houden, om de discipelen daarop te schudden, en te pogen ze als kaf voor den wind te doen verwaaien. In den. opstekenden storm zouden ziel en zinnen verbysterd worden. Alle vastigheid zou losgemaakt. Van den eenen draaikolk zouden de jongeren in den anderen geworpen worden. Aller gemeenschappelijke klacht zou zijn, wat de Emmaüsgangers later uitspraken Wij hoopten, dat Hij was degene, die Israël verlossen zou. En dat gezegd op eene wijze, die duidelijk de gedachte te verstaan gaf: Die hoop, waarop zou zij nu nog kunnen steunen? Doch dat Avondmaal had hun immers reeds in teekenen zoo duidelijk getoond, wat de Heere aan diezelfde Emmaüsgangers zeggen zou: Moest de Christus niet deze dingen lijden? 't Is geen overmacht der vijanden, maar de vervulling van Gods raad, die dezen arbeid der ziele Hem oplegt, om alzoo voor u vrijspraak en eeuwig leven te verwerven Nu zijn 't vaak vragen van anderen aard, die de ziel bestormen. Wanneer ouder de verlichtende werking des Heiligen Geestes door de wet Gods de mensch ontdekt is geworden aan zijn zonde en schuld, en nu, staande tegenover het kruis van Christus en de beloften daar gegeven, aarzelend en twijfelmoedig vraagt: »Is dit ook voor mij?" dan is in dat Avondmaal des Heeren voor hem eene bron van troost en bemoediging. Dan treedt toch door zijn dienaar, die de teekenen uitdeelt, de Heere zelf op hem toe. Hij geeft hem de bete broeds in de hand! Hij brengt den beker met den wijn hem aan de lippen. Hij gaat dan rond om aan een ieder persoonlijk te zeggen als antwoord op die bange vraag: Dit is mijn lichaam, hetwelk gegeven wordt! en: Deze drink:

!

,

vooru

is het Nieuwe Testament in mijnen hetwelk voor u vergoten wordt!

beker

bloede^

Broeders en zusters in den Heere hebt gij dat reeds verstaan? Ach, hoe vaak bleeft gij reeds moedwillig weg van dien heiligen disch, ofschoon de Heere door zijn bevel om zijnen dood te verkondigen, totdat Hij komt, aldaar u bescheidde Hoe !

!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen