Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 68
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
HET PLAN DE CAMPAGNE.
50
Zoo iemand geven
zijne
getrouw
niet
in het goed
is
van een ander, wie
zal
hem
het
?
Zoo iemand het kerkegoed, het den Heere gewijde goed, vervreemt, hoe dan het ongewijde ontzien
zal hij
Zoo
?
kerkbestuur daarvan openlijk het voorbeeld
een
geeft, zal het
voor
hebben?
het maatschappelijke leven geene slechte gevolgen
Ondernemers van kerkelijke rooftochten vonden daarbij eene schoone i),
ge-
over den eigendom der kerkelijke
legenheid
in
de verschillende opinies
goederen.
De
uitspraken van Kantonrechters en Rechtbanken waren nogal
gunstig
voor het »Vrij Beheer," voor het zetten op losse schroeven, vooral
omdat de een gaarne
zeide,
dit
een ander wat anders.
en
Eu
was men nu ook
waagstukken, welnu dan kon men ook gaan pleiten
advocaat van
tegen de rechtmatigheid van geheel de kerkelijke organisatie, en vooral tegen
Zoo lag
duurzaam verbindende kracht van Art. 168 der Grondwet.
de
den jare 1882 de grieve van
Jr.
Mr. de Savornin Lohman,
der
lid
in
Tweede
Kamer, vooral daarin dat de Staat geen traktement uitkeerde dan ingevolge beroeping door »de Synodale Kerkbesturen"
der
approbatie
de
^),
dus dat
de Gemeenten niet autonoom, of souverein waren.
Vooral
bolwerk moest ingenomen worden. Onder
dit
moest den volke rechtstreeks
ter
Gemeente
de
beschikking van den Kerkeraad, van de Kerkvoogdij, van
moesten worden door inschrijving van een evenredig
gesteld
Men
kapitaal op de Grootboeken der Nationale werkelijke schuld.
maar
het
:
»de
Kerk had toch
eigenlijk geen geld uoodig''.
Zoo de Gemeenten met
Men
begreep het maar al te goed
vrije
beschikking over hare plaatselijke goederen, ook
de standplaats van
men
die
Vgl.
vormden
de levende Mr.
sedert
2) Vgl.
is,
kan
men
W. Hein eken: De het herstel onzer
zijne in
Guido de Bres
vrijelijk
over de aan
Kerk
en aangezien
;
de andere van zich afsnijden, de ware
Slaat en het Kerkbestuur der
onafhankelijkheid. Leiden i868, en
N derlandsch- Here
De
rechtstoestand
Amsterdam J. C. Loman Jr. de Kamer van November 1881 gehoudene Redivocringen
der Kerkelijke goederen
of
Vrij Beheer, bij
landswege verbondene inkomsten beschikken kunnen, dan
meester van minstens de helft van de gansche
helft
1)
's
:
begreep
wendde men
al te goed, »wie het geld heeft, heeft de macht," al
openlijk onverschilligheid voor
s
voorwendsel
allerlei
smakelijk gemaakt worden, dat die landsgelden eigenlijk
bij
No.
de Hervormden,
20,
18S2.
De
,,
Christelijke
(Bijblad),
vrienden" vertoonden een groot
leermeester en protecteur van den thans zoo schadelijken
J. Gratema te Groningen, de bovengenoemden „Professor".
Wat
de Kerk, kan blijken
contrast
hij
Verband
van
beginselen.-
Tot hen behoorde ook Prof. B.
omtrent de verhouding leerde van den Staat ttisschen
Godsdienst
en
Regt.
i.
tot
Rechtstreeksch verband. Rotterdam,
uit zijn
1871,
Wijt en Zonen. In het Kerk. Weekblad heb ik onverwijld zijne zienswijze bestreden.
bij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's