Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 59
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
HET PLAN DE CAMPAGNE. op de exceptionele conclusiën van
Gelet
Gehoord den heer
van
Officier
ook
in
aan
alle
van de
die
om
partijen,
Overwegende, van
verzoeke
ten principale
dat
in alle kosten,
met
last
1873,
'^'^
gevallen, en
;
geregistreerd deurwaarders exploit van den 25 Julij
bij
de Troye, Simon Koets, Cornelis Roelse, Bartel Davidse en
Louis
Jan
medegedaagde
voort te procedeeren"
;
„dat de Regtbank de des-
:
met veroordeeling van de incipienten
niet excipierenden
van de
zijde
op de adstructie derzelve
partijen en
Justitie in zijne conclusie
qualificatoire exceptie zal verwerpen
41
Abraham van Eenennaam Lz., allen wonende te Arnemuiden, zich qualificeerende gezamenlijk uit te maken het nieuw benoemd College van Kerkvoogden der Nederduitsch Hervormde gemeente te Arnemuiden, zijn gesommeerd Pieter Kwekkeboom, hoofdonMarinus
Frederik
derwijzer,
Quadekker, heelmeester, Andries Boogert, land-
Westfaal
bouwer, Pieter van Vlaanderen, wethouder, en Pieter Schoonenboom, landbouwer, allen
wonende <reen
Arnemuiden, om, binnen acht dagen
te
is
en overgifte
af-
geweest
hunne
in
doen van
te
al het-
van Kerkvoogden,
qualiteit
Kerkelijke goederen en fondsen, met rekening en verant-
der
beheerders
immers van
hun beheer
verre onder
dus
tot
woording omtrent dat door hen gevoerde beheer, op welker sommatie is geantwoord door den eersten geinsinueerde niets; door den tweeden: AV trek mij van de zaak niets aan, ik erken die
menschen
den
door
in",
den vijfden
door terwijl
hunne
in
vierden
qualiteit
er niet over
van aan. Ik ken het Collegie niet" en
doen, wat mijn persoon betreft, ben ik bereid,"'
»af en overgifte te
;
kom
door den derden; »ik
niet'''',
trek er mij niets
»ik
;
door dezen laatste alleen het antwoord
is
onderteekend.
Overwegende, dat de requiranten, vermits die sommatie alzoo geenerlei resultaat had
dan
opgeleverd,
waarders
wat
alleen
van
exploit
den
den vijfden
betreft
geïnsinueerden,
September daaraanvolgende
i
al
van den 10 dier maand voor deze regtbank
ter terechtzitting
bij
geregistreerd deur-
de vroeger gerequireerden te
hebben gedagvaard, van
met de Koninklijke besluiten van 9 Februarij 1866 en van 3 Februarij 1869 op die wijze regtens zijn benoemd geworden tot Kerkvoogden der Nederduitsche Hervormde gemeente te Arnemuiden en zij als zoodanig mitsdien oj)
grond, dat
zij
eischers in verband
om
verpligt en geregtigd zijn
antwoording
uitvoerbaar
vonnis^
bij
veroordeeld^ zoo te
waarin te
van de gedaagden af en overgifte
vorderen van hetgeen
zamen
als
ieder afzonderlijk
om
vellen vonnis, ten overstaan van den daarbij te
vorm
regtens te
der
muiden,
ten
en
saldo
aan hen eischers
benoemen
gevoerd in hunne
goederen
einde zoo noodig na debat van rekening
van
geen de gedaagden verder
het
al
bepaalden dag
som van
bepaald,
met zijn
het
regter-commissaris, in den
van Kerkvoogden, immers van beheerders
qualiteit
te verschijnen
ter
te
vier duizend gulden, welke
maar ook bovendien ten bedrage
veroordeeling
van
de
genen
geraken
tot
te
Arne-
bepaling van het
zake vermeld onder zich hebben, in
gebreke
blijft
om op
den
of rekening te doen, daartoe zal kunnen worden
genoodzaakt niet alleen door de inbeslagneming eener
de hoedanigheid
en fondsen der Nederduitsche Hervormde gemeente
met verklaring tevens dat diegene der gedaagden, welke daartoe
in
doen rekening en verantwoording van het beheer en de administratie,
tot dusver
kerkelijke
ver-
voorraad, met of zonder borgtogt^ te worden
bij
ten deze ageeren, binnen de veertien vrije dagen na de beteekening van
zij
door hen
zij
zijner of
hunner goederen
tot het
eischers vorderen, dat daarvoor zal
dier
som door middel van
bedrag
worden
lijfsdwang, alles
der gedaagden, die deze vordering tegenspreken in
of hun privé in de kosten van het geding.
Overwegende, o
te
aan kerkelijke goederen en fondsen onder hun beheer hebben met rekening en
zij
dat
de
vier
eerste
gedaagden alvorens eenigc andere were van regte
eenige andere verdediging voortedragen, niet alleen ontkennende zoowel den feitelijken
grondslag
van het beweren der eischers, dat
maar ook betwistende,
zij
zouden
zijn
benoemd
tot
kerkvoogden,
dat eenige handeling van de eischers buiten het bestaand college
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's