Uit de diepte - pagina 196

,

190 onreinheid, die zich,

bij de minste aanraking, aan den zondigen mensch meegedeeld zou hebben, had op den Christus, krachtens zijne Godheid, geen invloed. Nog meer, zij werd door Hem vernietigd met een machtwoord: »Ik wil, word gereinigd." De melaatsche was nu geen melaatsche meer, en ontving het bevel, niemand van zijne genezing te spreken, doch heen te gaan en te oiferen voor zijne reiniging, gelijk Mozes geboden had, hun tot eene getuigenis. Aangezien de wet der schaduwen toen nog niet afgeschaft was, wilde de Heere Jezus, dat alle gerechtigheid vervuld wierde. De priester moest hem zien en rein verklaren, en aldus de wondermacht van den Christus erkennen. En het oflFer moest ook gebracht worden. Dat offer bestond, naar de wet, uit twee reine levende vogels, van welke éen geslacht moest worden. Het bloed van dezen, vermengd met levend water, cederhout, een karmozynen draad en hyzop, waarin de andere nog levende vogel gedompeld werd, was het reinigingsvocht, waarmede de genezene zeven malen gesprengd werd, waarna de levende vogel losgelaten wei'd, om aan te duiden, hoe hij, die tevoren onrein was, nu vrij uitging van het vonnis, waaronder hij lag. Als hij zich nu nog het lichaam en de kleederen gewasschen en het haar geschoren had, mocht de gebannene zich weer in de gemeente vertoonen. Alleen zijne woning bleef hem nog zeven dagen lang gesloten, totdat hij zich weer gewasschen en het schuld- en zond-, het brand- en spijsoffer ge-

bracht had.

De Heere gaf den geredde den

hun

last, zich

aan den priester

die hun zijn de wie de diepste haat tegen Hem woonde, bedoeld. Zij zouden dus geene onwetendheid kunnen voorwenden. Of deze genezing hun rijker vruchten heeft aangebracht, zullen wij nu niet vragen. Liever onderzoeken wij, wat zij ons predikt: »De onreine gereinigd." Laten wij naar deze prediking van onzen tekst luisteren. Achtereenvolgens staan wij stil: te vertoonen,

priesters,

tot eene getuigenis.

Met

bij

1".

bij

den onreine en die hem onrein verklaart,

2.

bij

den onreine en die

Uw

hem

rein maakt.

koninkrijk koom' toch, o Heer! werp den troon des Satans neer! Regeer ons door uw Geest en Woord! Uw lof worde eens alom gehoord, En de aarde met uw vrees vervuld Totdat Ge uw Rijk volmaken zult!

Ai!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen