Het werk van den Heiligen Geest - pagina 132

DE OPENBARING DES OUDEN TESTAMENTS

94

Maar

die

beperking

toegang

tot

ons hart inwendig.

om

God den Heere

voor

bestaat

IN SCHRIFT.

Hij heeft den

niet.

Dus ook den toegang

tot ons bewustzijn.

En waar

wij

nu,

gebonden

zijn

aan stembeweging, luchttrilling en gehoorvlies, en eerst alzoo

door

gehoorzenuwen van hem, met wien we spreken,

de

gedachte over te planten,

in eikaars bewustzijn een

in zijn ziel een

hem mededeelt

zekere aanraking of aandoening kunnen teweegbrengen, die

weten

en

gebondenheid

maken van

zin,

is

de Heere van die

Heere, kan natuurlijk ook zonder gebruik te

en gehoorzenuwen, rechtstreeks, in den

aandoening

een

God

nochtans

in

ons bewustzijn teweegbrengen,

ons bewustzijn inkomt, wat Hij, de Heere, er in wilde brengen.

in

God de

Hij,

de

Hij,

vrij.

zoo

willen,

luchttrilling, geboorvlies

meest volstrekten

waardoor

we

wat

doet,

dus tot een mensch spreken, binnen in

kan

Heere,

iemand ware stokdoof,

hart, zoodat, gesteld,

zijn

toch het spreken des Hee-

hij

ren zou kunnen hooren.

echter

Hierbij

waarin

geen

het

voor

dus, indien

den Heere nederbuiging tot onze beperktnamelijk

is

gebonden aan de denkwereld,

een Neger heeft geen ander bewustzijn, dan het-

Bijv,

leeft.

wij

God

bewustzijn

ontwikkelde in

hij

Gelijk

is

Ons

noodig.

heid

zijn

omgeving en dat

we spreken

tot stand

tot iemand, die geen

ons moeten schikken naar die beperktheid en hem,

man

zoo ook moest

maken,

God

om

een Engelsch-

Fransch enz.

in het

ons anders niet zou kunnen verstaan,

zich aan

menschen verstaanbaar

in die menschelijke taal uitdragen

Voor den man trilling,

de Heere,

hij

Nederlandsch kent,

als het

is,

in zijn taal.

te

kunnen

goddelijke gedachte in menschentaal inkleeden, en zijn goddelijke

zijn

denkbeelden

volkomen

Franschman

het Engelsch, als het een

in

is,

moeten toespreken, eenvoudig, omdat

kwam

naar

menschen bewustzijn.

's

of de vrouw, die alzoo werd toegesproken, was het dus

dezelfde

gewaarwording, alsof er iemand uitwendig door lucht-

gehoorvlies en gehoorzenuw tot hen gesproken had. Zij kregen den

kwamen, en

indruk, dat in menschelijke taal woorden tot hen

uit die

woor-

den eerst maakten ze de goddelijke gedachten op. Vandaar dan ook, dat het spreken

omdat de

Gods

verschilt naar den persoon, tot

Heere

zich

draagt elk spreken eigenaardig

is.

wien God sprak. Juist

nederbuigt en zich schikt naar ieders

Gods

vorm van hetgeen aan

steeds den

Hoezeer verschilt

bijv.

het spreken

Gods

tot

bewustzijn,

dien persoon

Kaïn en

zijn

spreken tot Ezechiël.

Alzoo jaartallen,

is

het

allerlei

dan ook

duidelijk,

bijzonderheden

hoe de Heere in

enz,

noemen

aan het taalgebruik van een bijzondere periode

van

taalafleiding,

zooals

bijv.

in

Ab-raham en van Sarai op Sarah.

de

;

kan

zijn ;

zich

spreken namen,

kan aansluiten

en zelfs gebruik kan maken

naamsverandering

van Abram op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen