Het Calvinisme en de Kunst - pagina 32

32 als (liihtiT

dan

iiiofi'

al

tlic

u verachten,

,(),

('at.^,

({ij,

wien de dank Ix'hoort dor laatste nageslachten,

Aan wien ik (wie 't ook /ij, die oj) uw <'erkroon smaalt) Ook zelf dt; lauwreu dank. aan Findus' voet hehaald." ^"^)

Nu

den spot, waarmee

men

dezen zang, waaruit ik dit viertal regels lichtte, geliekeld heeft, rusten; maar doe u, ter rechtvaardiging van mijn saanivoeging van Cats met Bilderdijk, toch opmerken, hoe l^ilderdijk zelf in dit lied zijn genealogische dichterverwantschap met Cats niet slechts erkend, maar ons laat ik

voorgeteekend heeft. De j\Iuze van Sorgvliet ontleende de verven voor haar paDoor de macht van het let aan de poëzie van het symbool. symbolisch schoon moet de wereld om ons met de wereld in ons saiimsmelten, en in dit, als eenheid gegrepene en doorschouwde en als levende eenheid ons toesprekend, heelal het heilig lied der liefde in alle melodie, uit alle accoord, op haar hoogste en haar laagste tonen beluisterd worden. Cats was dichter door heel de schepping en het levensdrama, dat in haar wierd afgespeeld, in één dichterlijke greep te vatten. Hoor maar wat Bilderdijk getuigt: wat wellust

Cat.s,

o,

Uw

als

voor

dichterlijk heelal mij

De wareld nam voor 't

Werd

't

Bracht

Mijn

onverzaadbaar hart.

door u getrouw'

te lezen,

op mij, mijn innig zelfgevoel,

mijn neiging thuis. Mijn zoetst, mijn eenig doel

drift,

Werd,

't

eerst ontsloten Averd

mij een nieuw, een ander Avezen

alles zinnebeeld, alles zich

't

mij te steunen in mijn wil en denkvermogen.

Wat was Heel

En

't

'k

hield m'een tafreel van 't gene ik Avas, voor oogen. Lichaam Avierd m'een beeld van 't onlicliaanilijk Ik, vond mij d'aarde ontrukt van 't eigenste oogenblik. ^"^)

En sprak aldus uit de Catsiaansche poëzie heel de wereld, om en in ons, Bilderdijk in levend, bezield Monisme toe, dat Monisme zoo zong

sloot hij

hem

niet stoicijnsch in hoovaai'dij op,

maar

leidde,

verder:

Tot Hem, in wien

ik

Vond afgeteekend

bron en oorsj)rong van

:

mij en

't

Avezen aller dingen 't

bestaan,

In alles uitgedrukt, in alles na te gaan.

Die me,

als «'on

ondeel in zijn

sche])i)in<^-,

meê voor

't

Der Avareld vormde en op mijn standplaats had gevest. p]n in dio

best ^"^^

symbolisch één gewordene, door Gods adem door-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen