Het werk van den Heiligen Geest - pagina 30
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
VOOREEDE.
XXIV
Christus ook voor deze zijne eigene schuld lijden en sterven, en schoot er
waardoor deze offerande ons ten zoen kon
niets over,
Ten tweede. Indien aan
Christus
toegerekend
zijn.
evenals aan ons, de
is,
van Adam, en indien het onze verzoening
erfschuld
is,
dat Hij deze
erf-
schuld droeg, dan gaat zijn verzoening ook alleen over deze erfschuld, en blijft
ouverzoend
geen
volkomen
van
schuld
alle
Verlosser,
tenzij
onze
zonden.
werkelijke
Hij
dan
is
voor kinderkens, die sterven in
alleen
de wieg.
Ten
Indien de Christus als Hemzelven toegerekend bezeten heeft
derde.
de erfschuld van Adam, dan van tweeën één
de erfzonde
geweest,
die
:
dan
zonder erfzonde gehad, maar dan
wel. Hij heeft erfschuld
Hem
hiermede ook in
is
de erfschuld voortvloeit en er in kleeft; óf
uit
ook de band
is
erfschuld en erfzonde verbroken, de erfsmet weggecijferd, en Pe-
tusschen
lagius heeft voor den oorsprong der werkelijke zonde gelijk.
Ten
vierde.
Adam is in Adam
aan den Christus evenals aan ons de schuld van
Bijaldien
toegerekend, dan van tweeën één
overtreden
ook
hem
niet overtreden;
we
hem
in
zijn
rekening van de schuld van
Adam
dan heeft óf Hij evenals
evenals wij van
;
is
wij
afgevallen; óf
door ons
is
van God afgevallen, en de
niet
aan ons
meer noodig, overmits een o?^schuldige
God
niets uitstaande
een hun vreemde schuld; en alzoo
van
digen
Adam
in
is
hebben met Adams zonde
wel,
wij
en
:
een toerekening aan
in
toe-
ons,ch.\\\-
we hadden geen Verlosser is, een hem vreemde
zelf in staat
schuld te verzoenen.
Neemt ge ge het
Ten
Adam
is
de Christus ten volle zondaar
dan vernietigt ge de zonde in ons.
vijfde.
Bijaldien
is
Christus uit
Adam
als wij. Stelt
aan den Christus evenals aan ons de schuld van
toegerekend, dan van tweeën één
natuur en
de
op
het eerste, dan
laatste,
niet
op
den
yersoon
:
dan rust,
stelt
ge óf dat de schuld
óf ge neemt aan, dat de
niet slechts zijn vleesch e7i bloed,
maar ook
zijn
persoon
heeft aangenomen.
Gaat ge van het uit
zijn
stelt
en
gij
splijt
Ten van
aard
eerst
eerste uit, zoo heft gij het begrip
den persoon
in
het laatste, zoo
Adam
Bijaldien
deswege
is
aan
God
den
de
schuld
kan
tot een
Of ook
onder-
«^^ós aai dX2.óg,
één heeft gesteld.
Christus
evenals
aan ons de erfschuld
toegerekend, overmits Hij onze natuur aannam, dan
onderstelt ge dat de schuld in de
nooit
voleinding vindt.
komt ge met Nestorius
ge den Christus, dien
zesde.
zijn
van schuld op, dat
zetelen, en
natuur
ligt,
waarin wel de zonde, maar
vereenzelvigt
alzoo
de begrippen van
zonde en schuld.
Daar nu het begrip van zonde onzen toestand en onze daad
raakt,
maar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's