Handenarbeid - pagina 29

29

machten verbroken slechts

om

van een helpende hand,

En om

blijven.

te

voogd

Y;ui

is.

het leven

maar

in,

gelijk de aard

er dus organisatie over en

haar inlichtingen

weer

hebben

te

op de been

te

sprake

;

komen en

kunnen, niet tegen den aard van

te

dit

geen

dus

is

ij

van het leven het

eischt,

moet

en behoort de Overheid

zijn,

niet door eene

Enquête voor een

enkel maal, maar door zulk een Organisatie duurzaam.

Toch veroordeelen we daarom de gehoudene EnquHe en

zullen

van

ons

er

om

het begonnen onderzoek

Al wat openbaar maakt

te zetten.

Slechts éen ding hopen we, en dat niet

het

in

eenmaal

spoor

laten

zal

is

licht.

dat de Minister zich

is,

om,

lokken,

dan nu ook

afgeloopen,

niet,

tegen verzetten, zoo de Minister

maatregelen neemt,

Justitie

nog door

zelfs niet

het onderzoek

is

van boceu af den toe-

zelf

stand te willen redden. Alle Enquête

hoe

eer

beter

mag tot

van

die Organisatie het

Minister bevoegd

de

zal

namelijk hoe

een deugdelijke Organisatie te komen; en

eerst als de adviezen

bereikt,

om

slechts éen doel hebben,

Kabinet hebben

om van

zijn,

Staatswege

te

doen, wat alsdan noodzakelijk blijkt.

We

daarom volstrekt geen overwegend bezwaar

hebben

tegen een noodwetje als thans reeds wierd ingediend. dat

zei reeds,

en

(}ie

'kiw^er &a.

„Aepfel und

5irw6'/^"

als de Minister oordeelt, dat de publieke opinie,

zins tot rust te

komen, alvast

eetlust voor het eigenlijke

dit

den

storm

bezweren

der

middagmaal

zullen,

Girondlns,

om

hors d'oeuvre eischt te prikkelen,

we daar geen het minste kwaad in. Maar wie zich inbeeldt, dat dit of toegeven

Luther

moesten hebben,

den

dan zien

soortgelijke wetjes ooit

zich geheel.

vergist

dat slechts

eenigs-

om

Dat

is

het

onmacht verraadt en de

eischen der ontevredenen steeds doet klimmen.

Neen,

op

Organisatie, verheid

Organisatie gelijk

naast

de

komt het

Mr. Kerdijk die

aan. wil,

Niet op een schijn-

om Kamers

Kamers van Koophandel

te

van Nij-

plaatsen met

zekere goedige toelating van enkele arbeiders. Koophandel en Nijverheid geldt,

vertegenwoordigen

in

den

strijd,

dien

het thans

een gemeenschappelijk, niet een tegenstrijdig belang

^).

') Het Kon. Besl. van 9 Nov. 1851 {^ibl. 142) bepaalt nu reeds, dat de bestaande Kamers zijn „Kamers van Koophandel en fabrieken"; stelt verkiesbaar niet enkel een koopman, maar ook een patroon; en geeft het stemrecht aan kooplieden en fabrikanten in den ruimsten zin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen