Locus de Consummatione Saeculi - pagina 135

133

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

van de 7 brieven aan de 7 kerken, worden de eerste drie ondersclieiden van de laatste 4 en v^el hierin, dat in de eerste 8 (cf. 1:7, 11, 17) de woorden „die ooren heeft, die hoore enz." voorafgaan aan de belofte „die overwint, Ik zal hem geven enz."; terwijl in de laatste 4 (cf. 1 26 en 29; 11:5 en 6; 12 en 13; 21 en 22) die woorden volgen op de belofte. Deze constante indeeling van 3 en 4 vinden we ook bij de 7 zegelen; de 7 bazuinen en de 7 fiolen. Na dezen blik op de kerk op aarde, volgt nu in Cap. IV een inzicht in de hemelen aan den apostel gegund, hij ziet van uit de aarde de hemelen en daarin den troon des Heeren geschilderd. Cap. V. Hierin wordt de actie in den hemel getoond en wel eene bepaalde actie. Er waren dingen, die nog moesten gebeuren, die nog niet uit G-ods raad waren uitgekomen, maar daar nog verzegeld inlagen. Ze worden voorgesteld onder den vorm van een boek met 7 zegelen en er wordt aangeduid, dat het oogenblik om dat verzegelde deel van Gods raad ten uitvoer te gaan brengen nu gekomen is, dat dus die dingen nu gebeuren zullen. De ontzegeling van dat boek duidt derhalve aan, dat, wat in dat boek staat nog ten uitvoer moet gebracht. En wie mag nu dien raad Gods, die dingen van het xéXo? ten uitvoer brengen? Daar verschijnt het mystieke Lam, dat waardig geacht is om de zegelen van dat boek te ontsluiten. Cap. VI. Het begin der ontzegeling en hier is dus de aanvang van de reeks der signa praecursoria. Tevens ligt hierin, dat naar het program der Openbaring die zeven zegelen zich uitstrekken over het geheele boek. Al wat de Openbaring geeft, ligt derhalve onder die zeven zegelen besloten. De Openbaring is niets anders dan eene onthulling van de stadiën, welke doorloopen moeten worden. Na den proloog dus (cap. I, II, III) nadat de ziener in den hemel is verplaatst (cap. IV en V) en het boek aan het Lam is gegeven; vinden we nu achtereenvolgens de opening eerst van 4 zegelen (vs. 1, 8, 5, 7.) Die 4 zegelen vormen weer een eenheid in onderscheiding van de 5 volgende. Bij het openen der eerste 4 zegelen n.l. verschijnen 4 ruiters te paard en wel op een wit, een rood, een zwart en een vaal paard. Bij de volgende 3 zegelen is van paarden geen sprake. De 4 eerste staan dus als een groep apart. Daarop volgt (vs. 9) de opening van het vijfde zegel en terwijl de eerste 4 verdervingen inhouden, welke op de aarde worden uitgegoten (oorlog, onderlinge burgerkrijg, hongersnood, dood) en dies op de aarde spelen; verplaatst het vijfde zegel het visioen in de hemelen en houdt in datgene, wat in den hemel met de zielen der volmaakt rechtvaardigen geschiedt. Het zesde zegel (vs. 12) houdt weer in eene verderving, die niet op aarde slot

:

.

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen