Locus de Consummatione Saeculi - pagina 652
College-dictaat van een der studenten
320 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). iets,
ivaartoe ze geen recht heeft, of ook binnen den haar toegeivezen kring
de icet
wat
stelt
op eene
in
den onderdaan dwingen zou iets te doen, van den Hoogsten Koning indruischt.
den onderdaan de verplichting :
Uit dien hoofde rust op 1.
die
ivijze,
tegen zijn onderdaanschap
om
den teugel, dien
handen
hij in zijne constitutioneele rechten
niet slap te laten
heeft,
hangen,
maar
en vrijheden
er steeds op bedacht
om de iverkingen van dien teugel juister en volledi,ger te ynaken. 2. om voor zooverre zi/j gequalificeerd zijn de rechten, waarvan
te
zijn
handhaving hem delen 3*'.
is
de
toevertromvd, met alle ter beschikking staande mid-
verdedigen.
te
om
in lijdelijk verzet
iets gebiedt,
gehoorzaamheid
te
weigeren,
dat tegen de gehoorzaamheid, die wij aan
waar de Overheid God verschuldigd
zijn, ingaat.
I.
bespreken
Allereerst
uitdrukking,
we
de
uitdrukking
die in juistheid onovertroffen
twee woorden
zijn
metterdaad
alle
is,
„dienaresse Gods",
eene
en in de korte saamvoeging dier
elementen aangegeven, waaruit de juiste
bepaling voortvloeit van de verhouding van het volk tot de Overheid. Door
deze uitdrukking
komen we
al dadelijk tot
eene heel andere opvatting, dan
door te spreken van droit divin of ius divinum van den koning. Het onopzettelijk geweest,
dat
men
de uitdrukking dienaresse
is
niet
Gods heeft laten
en er droit divin voor in de plaats heeft gesteld, want spreekt men divin, dan krijgt de koning niets dan eene kroon, eer, macht en majesteit, wordt hij in de hoogte geheven en wordt er van den koning een glippen
van
droit
exceptioneele persoon gemaakt. Met „droit divin" wordt er geen syllabe melding gemaakt van des konings onderworpenheid, van zijne onderdanigheid, van zijne gebondenheid, van zijne beperktheid, kortom van zijnen status servi, ivaarin hij tegenover God staat. Feitelijk is in de kringen, waar droit divin Schlagwort geworden is, de bedoeling veelal deze geweest, dat de koning van het land in zijn eigen land God was, en dat wel alleen, omdat hij koning was en dat hij nu zijn eerbied aan God alleen daarin moest betoonen, dat hij de kerk
beschermde, steunde en vooral aan geld hielp. Op deze wijze zijn er twee kanten der zaak. De koning wordt in zijn koninklijke macht als een soort goddelijke persoon beschouwd, m.aar deze goddelijke persoon betoont zijn vroomheid en Christelijk karakter daarin, dat hij de kerk van zijn land helpt en beschermt. Natuurlijk geschiedt dit laatste altoos naar 's konings eigen opvatting. Vandaar komt het dan ook, dat Lodetvvjk XIV, de incarnatie van die valsche opvatting van de leer der Schrift, als een tyran der tyrannen in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 652](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's