Locus de Consummatione Saeculi - pagina 525
College-dictaat van een der studenten
193
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). Vs. 36. liaaiXela
/;
ê^r) ov'A
is
De i)
eerste vraag ï^u)
ovti ^axiv
is èv.
:
wat
is
te
verstaan onder de woorden van Jezus ^aadsia en aan 't slot vvv 6s
xov kÓo^lov tovrov
r)
:
r]
ëariv tvtsv&sv ?
Gemeenlijk wordt liet verklaard alsof het beteekende, dat Jezus' koninkrijk een geestelijk koninkrijk en dus gij, Christenen, moogt geestelijk vroom
voor u zelf in het koninkrijk der ideeën en sympathieën als navolgers van Christus, maar nooit moogt ge optreden met de eischen van het Christelijk beginsel in de wereld, in het maatschappelijk of politiek leven. Doet men dit laatste toch, dan wordt tegengeworpen, dat men in strijd geraakt met de uitspraak van Christus zelf, dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld is en wordt men beschuldigd van zelf zulk een koninkrijk in de wereld te willen oprichten. Was dit de bedoeling van deze woorden, dan zou er een Genetivus moeten staan, tou xóffjtou rovrov en in het slot, Myjn koninkrvjk behoort hier niet thuis. Maar dit is niet het geval. Er staat èx xov ^óa^iov tovrov en in het volgende èvrevS^ev; uitdrukkingen, die uitsluitend op den oorsprong van het koninkrijk wijzen. Jezus antwoordt nu, waarvandaan dit koninkrijk komt, niet wordt gezegd in welke sfeer het werkt. Ovk i% rov -/.óa^ov tovrov wil zeggen, zijn
vloeit
Jiet
de
uit
niet voort uit
patria
kan het niet afgeleid worden wordt bij het priesterschap van
de essentia creationis, dus
potestas.
In
Hebr.
7
vs.
3
Melchizedek met
nadruk op den voorgrond gesteld, dat hij is andtcoQ, a^rfrw? w. z. dat het priesterschap aan Melchizedek toekomt, niet omdat hij uit dien vader of die moeder geboren was of krachtens genealogische erflinie, maar krachtens de essentia van de schepping. Evenzoo laat Christus nal aysvscclóyritog, d.
hier
met de woorden
oé-K
èv.
tov KÓa^ov rovtov Zijn koninkrijk niet
komen
uit het
van David. Bedoelde Christus, dat Hij wel als erfgenaam van David krachtens koninklijk erfrecht Koning was, dan zou ^aailsla van Christus uit deze wereld zijn opgekomen. Bij de prediking van het kerstevangelie moet men hiermee voorzichtig zijn. Op tal van catechisaties wordt deze quaestie eenvoudig voorbijgegaan. Men zegt dan „Jezus heeft als zoon van David, als
geslacht
/}
:
genealogisch erfgenaam van den troon ook recht op de kroon van David; dit is wel volkomen waar, maar daarbij wordt uit 't oog verloren, dat Davids koningschap alleen typische, symbolische beteekenis heeft, en dat men daaruit nooit
de realiteit van het wezenlijke afleiden kan. Men mag wel zeggen, dat vleesch en bloed uit de lendenen van David zijn toegekomen,
den Messias
maar
nooit het zoo voorstellen, alsof hierin
was.
Dit
David op
ligt
op
de
Chiliastische
lijn,
nu het
alsof
eigenlijke koninkrijk gelegen
Christus Zich als opvolger van
had kunnen zetten. Aldus was de Joodsche opvatting en wanneer zij vragen: „Heere, zult gij in dezen tijd aan Israël koninkrijk weder oprichten. (Hand. 1 vs. 6); evenzoo dacht de moeder der zijn troon
die der Apostelen, het
13
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 525](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's