Locus de Consummatione Saeculi - pagina 28
College-dictaat van een der studenten
2Ü
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
Met het
I.
slot
dezer
het laatst der vorige
§
eeuw
is
komen
wij aan een vraagstuk, dat vooral sedert opgekomen, de vraag n.l. hoe ivij te oordeelen hebben
over hei geloof omtrent de toekomende dingen tijdens de Oud-Testamentische bedeeUng ?
Lang toch was men gewoon geweest het zóó voor geloovigen van
Adam
tot
te stellen, alsof de
Maleachi dezelfde openbaring hadden gehad als
wij.
Vooral de Gocceianen hielden hieraan vast en toonden aan, dat Adam, Noach,
Abraham
enz. ieder een eigen theologie hadden,
welke een deel der Openba-
ring bevatte.
Het Rationalisme uit de tweede helft der vorige eeuw schoot bres in die voorstelling door er op te wijzen, dat de boeken
de
leven na dit ling
hadden,
van het Oude Testament
uit
een duidelijke aanwijzing gaven aangaande het leven; maar dat die uit den bloeitijd eensdeels wel de voorstel-
na-exilische
periode wel
dat
Israël
zou voortbestaan,
doch
andererzij ds het leven der
menschen gelijk stelden met dat der beesten, dat het dus met den dood uit was. Toen eenmaal die bres geschoten was, hebben deze bestrijders der christelijke religie zich beijverd om aan te toonen nu eens op dit, dan weder op dat punt, hoe grof de psalmen en profeten de zaak voorstelden en de teksten, welke
als
tiseeren,
loei classici
dat
zij
juist
voor de
Joodsche Eschatologie golden, zóó te exege-
het tegenovergestelde
van hetgeen
men
er altijd in
gelezen had, beweerden.
Deze zaak moet dus goed onder de oogen gezien en gevraagd: hoe was de gang der Openbaring in het Oude Testament? II. Wij wijzen vooreerst op hetgeen het Nieuwe. Testament ons desaangaande geeft. Zij, die niet meer gelooven aan den geestelijken oorsprong en het goddelijk gezag van het Woord, beginnen met hetgeen Jezus en de apostelen aangaande het Oude Testament hebben gezegd, voor dwaling te verklaren. Wie zoover kwam, stelt in deze kwestie dan ook geen belang meer. Als men daarentegen het woord van den Christus en zijne jongeren eert, en hunne verklaring van het Oude Testament voor de authentieke aanneemt, voor de eenig ware en waarachtige houdt, dan vindt men juist ten opzichte van dit punt een zoo beslist mogelijke uitlating van Jezus en de apostelen. Bij hun optreden in Israël was het geloof aan de onsterfelijkheid der ziel, aan een leven na dit leven algemeen; slechts had men deze nuances, dat de Parizeen geloofden aan de wederopstanding des vleesches, en de Sadduceën deze loochenden. Dit was tusschen hen het eenige verschil. Allen geloofden aan een leven na dit leven; allen stelden zich voor, dat de gestorvenen in de Scheool waren; maar nu leerden de Sadduceën, dat zij daar een eindeloos schimmen-leven leidden, terwijl daartegenover de Farizeën zeiden^ dat die vaderen weer zouden opstaan in een lichaam.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 28](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's