Locus de Consummatione Saeculi - pagina 196

194

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

eene dynastie bestaande. David wil het symbolische huis bouwen. Maar hem wordt gezegd, dat hij het niet mag doen, dat hij het schaduwbeeld niet mag oprichten en dan wordt in vs. 16 de realiteit van dat schaduwbeeld aangeduid. Hier toch wordt tegenover dat steenen huis een huis van menschenvleesch opgericht, een huis uit de menschelijke natum' opgetrokken, beschouwd. En dat huis, dat wezenlijke huis wordt gebonden aan het geslacht van David. Dat wezenlijke huis zal een eeuwig karakter dragen, zoo heet het verder. Hoe dat zal zijn, dat dit in den Christus zal vervuld worden, dat ligt hier niet direct in uitgesproken, al is dit voor ons nu natuurlijk duidelijk. Zoo ligt dan in 2 Sam. 7 de geheele profetie van den Christus. Het eigenlijk huis was de menschelijke natuur, zooals Christus die zou aannemen en vandaar Jezus' bekende uitspraak: .,Breek dezen tempel af en- in drie dagen zal Ik denzelven weer opbouwen." Eene tweede epexegese van Gen. 3 15, die zich hierbij aansluit, vinden :

we

in

:

Juda en Davids troon wordt van twee kanten benauwd en belaagd: van buiten (Syrië) en door het sectarische deel van Gods door den volk (de 10 stammen). Achaz, de representant van den Messias staat daar zonder geloof zonder hoop en zonder moed en hij wordt bang. „Zoo bewoog zich zijn hart" (vs. 2.). Jesaja ontvangt nu van den Heere de last om naar Achaz toe te gaan, omdat die vrees niet te pas komt, omdat geen macht ter wereld het eigenlijke, het wezenlijke van Davids huis vernietigen kan (vs 7). Achaz evenwel blijft ongeloovig, blijft Rezin en Pekah vreezen. Daarom mag hij een teeken eischen (vs. 10, 11); dat is eene buitengewone gebeurtenis, als eene openbaring van Gods macht en trouw ter opwekking van het geloof. Doch Achaz in zijn geloofloosheid, in zijn ongeloof kan zelfs geen Jesaja

7.

vijand

teeken eischen.

En nu

volgt die beroemde profetie, aansluitend aan Gen. 3

„Hoort gijlieden nu 7)

is

•

—

Achaz? Neen!

het ulieden te weinig, dat

gij

—

gij

:

15, in vs.

13 v.v.

huis van David ! (vergel. 2

de menschen

moede maakt

:

Sam.

enz.

zwanger worden enz. Wat zegt deze profetie? van uwe geloofloosheid, o huis van David, zult gij omgeDit: Ten gevolge worden van uwen troon, in vergetelheid verzinken: afgestooten worpen worden, een koning uit het huis van David zal vragen, en naar meer niemand totdat er slechts eenige nedere, vergeten nakomelingen zullen zijn; en dan zal er onder dezen een gewoon meisje („almah") zijn, van wie niemand iets verwacht. En nadat Ik het zóó ver met u zal hebben laten komen, dan zal Ik uit dat gewone Ziet,

eene

maagd

zal

meisje een kind, doen voortkomen, en dat kind zal

mijne beloften: „hmnamiël."

zijn

de vervulling van

al

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen