Voor een distel een mirt - pagina 27
II.
in
spiegef
een
„2)oor
een
HET HEILIG SACRAMENT
BIJ
duistere
rede.''
HET WOORD.
wij zien nu door een spiegel in duistere rede, maar alsdan zullen zian aangezicht tot aangezicht; nu
Want een wij
ken
ik
ten
deele,
kennen, gelijk ook
maar alsdan ik
zal
ik
gekend ben. 12. 1 Cor. 13 :
Hoe nu? zou „een lamp zijn voor mijn voet en mijn pad," en met den psalmist zou ik
Woord
Gods
een licht zingen
op
Hoe wonderbaar is uw getuigenis Dies zal mijn ziel dat ook getrouw bewaren; Want de oopning van uw woorden zal gewis. Gelijk een licht, het donker op doen klaren Ze geeft verstand aan slechten, wien 't gemis Van zulk een glans een eeuwgen nacht zou baren. !
:
En
is
nevelen dat
ik
nu
weer dat Woord van mijn God in En moet ik nu toch weer klagen, Woord nog slechts als in een spiegel
toch
gehuld?
met dat
op een duister iets staar? Kan de heilige apostel dat meenen? Diezelfde
apostel,
die
in zijn
tweeden brief aan de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's