GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 498

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 498

Derde deel

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ÖW om

gewacht, "

XXXI V(y.

ZO>CD.

de consciëntie bonden

In

zou,

om

ons van de moeite

autoriteit, die

ontslaan

Woord, en lieten

Gods

A^II.

kennen

ooit de consciëntie als zoodanig het karakter toe te

van een onfeilbare raadplegen

HOOFDSTUK

Woord

uit dit

Gods Woord

te

den mensch aan

zij

het licht in de consciëntie stralen,

en zulks wel in gebondenheid aan de vonkskens van het beeld Gods, die

nog

den zondaar over waren. In verband waarmee onze Gereformeerde

in

godgeleerdheid dan staande hield

l^.

:

dat het ongerijmd

is

heb een consciëntie", alsof de consciëntie in ons een apart

te

zeggen

iets,

,,Ik

:

een soort

afzonderlijk vermogen, een afzonderlijke kracht, of een eigen hebbelijkheid 2o.

ware.

was dan een

dat de consciëntie niets anders

actie of

werking

van ons bewustzijn, toegepast op een bepaalde daad of een bepaald dat

En

keur vroeg.

zedelijke

sciëntieactie

in ons bewustzijn

van de daad,

;

ten tweede het

die beoordeeld

dat voor het voldingen van deze con-

30.

noodig was

drieërlei

feit,

ten eerste het

:

bewaren van Gods wet

ons juist en naar waarheid voorstellen

moest

;

en ten derde het zuiver toetsen van

die daad van dien alzoo ons bekenden wil van God. Hierin lag dus uitgesproken, dat in ons de mogelijkheid aanwezig is, om, op welke wijze

dan ook, kennis len,

te erlangen,

van wat God wil

wat we gedaan hebben; en

zakelijkheid gedrongen worden,

De hoofdzaak

keuren.

het,

om

;

ons duidelijk voor

tengevolge van die beide, met nood-

onze daad

te

van wat we deden, overmits we ons zoo

beweegreden heid, -

veroordeelen of goed te

bestaat dus niet in onze kennis van Gods wil, die

onder allen verschillend en altoos gebrekkig zal kennis

te stel-

zijn

;

noch ook in onze

licht vergissen in

onze

in dezen drang, in de gebiedende noodzakelijk-

maar wel niet kunnen ontkomen, om voor zooveel we Gods

;

waaraan we

kennen, dien op onze daden oordeelend toe tegen ons zelven op

Tweeërlei

deld heb in strijd of ik al

te

zit hier

dan

treden.

dus

in.

met wat

Vooreerst de vraag, of ik

al

dan niet gehan-

mij toescheen Gods wil te zijn; en ten andere

niet gehandeld heb in strijd

Staat iemand in de overtuiging dat

God

met wat

wil,

dat

werkelijk

hij

Gods wil

vaste, en eet hij

toch, zoo gaat hij in tegen zijn consciëntie, en zondigt als zoodanig.

nu

die

zijn

gezondheid, dat

verplichting

geopenbaarden

wil

te passen, en alzoo als rechter

tot hij

is.

dan

Was

vasten slechts ingebeeld, en eischte integendeel

at,

zoo

was

wil, al streed het

feitelijk zijn

met de

eten overeenkomstig Gods

voorstelling

van Gods

wil, gelijk

hij die bezat. Zegt ge nu: „Dus had hij op anderen aandrang maar tegen „Neen, hij had eerst zijn consciëntie in moeten eten", dan zeggen we :

zijn verkeerde voorstelling van Gods wil moeten verbeteren, en in gehoorzaamheid aan die juistere voorstelling van Gods wil moeten eten. De zonde van het eten of niet eten ligt hier dus geheel afgescheiden van die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 498

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's