GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 513

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 513

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

'

XXXIV&. HOOFDSTUK

ZOND.

we kunnen en moeten meer

Ja,

zeggen.

Laat ge den mensch aan zich zelf over, dan

ook

zal dit besef, dat

vorm van godsdienst

inschiep, altoos tot zekeren

515

II.

Zoo

leiden.

dan

alle volkeren der aarde, dat dit ingeschapen besef hen dringt en"^

bij

om

noodzaakt,

god

iets als

aanbidden; en,

te

den eenigen waren God en

de kennisse van

viraar ze

zijn dienst verloren, iets

anders tot God

verheffen, en dit gekozen voorwerp op de eene of andere

Vandaar de vormelijke

leven, dat de philosofen

eerst als de

hem pogen aan

maakt een einde aan

op,

En

afgoderij.

Rome

de Grieksche philosofen in

brengen, ruimt

te

zijn eeredienst,

delijke speculatiën, die theoretisch tot

Middeleeuwen

wyze

mensch

^

te

te vereeren.

zyn gewoon

uit

overgaat tot dat ongewone en onnatuurlijke verstands-

leven

natuurlijk

god

God liem

ziet ge

nu weer sinds Spinoza en Kant,

^

en verliest zich in verstan-

Atheïsme

Zoo ging het toen

leiden.

optraden. Zoo ging het op het einde der

de opkomst van de Renais ance.

in

verzonnen

hij zijn

En zoo ook gaat

het

weerwil van de ernstige poging die

in

'

zelf aanwendde, om de aanbidding van God te redden. Deze afdoling komt echter niet vanzelf uit onze natuur op, maar is de wrange vrucht van het intellectualisme, d. van het eenzijdig verstandsleven, als de mensch

Kant

i.

ophoudt, gevolg te geven aan de aandrift van zijn hart, en alles wegdenkt,

wat

hem

verstand

zijn

niet ingeeft.

Dan

bidt de

anders de natuurlijke mensch ook na den vanzelf tot het

bidden

val,

Ook dan

komt.

het

met het

altoos

blijft

de

hem nawerken,

mensch,

gebonden aan het hem ingeschapen niet

maar

oppermachtig,

tegen op

meer

Hij

zal,

gaat

mensch, door de

om

en of

hij

Natuur of

nu dweept heil in

Pan-

met, hetzij zonder gebed,

kennen

zich zelven te

als

afhankelijk van een macht, waar hy niet

als

komt en

kan.

zijn

hetzij

besef,

meer; terwijl

alle eigenlijke religie ontzinkt,

Oneindige, zich beheerscht gevoelt door de

zoekt,

iheïsme

besef toch in

principieel

niet

echter, als de

overheersching van het verstandsleven aan blijft

mensch

aan zichzelven overgelaten,

gaat.

En

eer

hij

er was,

en als

de openbaring van die macht buiten

hij

hem

er niet

voort en

voort.

Ware nu

dit besef

dan zou het instinct,

om

eerste

den mensch ingeschapen op de manier van Ae/

Gebod geen

zin hebben.

met andere

bijen

omdat het haar bevolen haar aan,

en elke

mensch het

/>?s^/9?cf,

in de honigbij het

de bloem op te zoeken, uit die bloem bepaalde stofjes in te

zuigen, die honig in een keurig

arbeid

God schiep

is,

bij

saam

gevormde te

maar omdat doet

zij

evenzoo.

instinct ingeschapen

raat neer te leggen, en in dezen

werken. Dit

alles doet

niet anders kan.

Ware dus op

om God

als

God

die

de

bij

Zekere

dus, niet drift drijft

manier ook den

te eeren,

dan zou het

'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 513

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's