E voto Dordraceno - pagina 328
ZONDAG
316
Wie
slechts
XII.
HOOFDSTUK
VI.
even denkt aan de toonbrooden, aan de dankoffers, aan
het offer van graanvruchten op Paschen en Pinksteren en zooveel meer, herinnert
zich
hoe
terstond,
er
metterdaad achter deze bediening der
verzoening nog een geheel andere bediening
in
dit
priesterschap
ligt.
Denkt ge u dan ook een oogenblik deze bediening der verzoening weg, dan vervalt hiermee Aarons priesterschap niet, maar blijft er juist datgene van over, wat in het paradijs voor den val bestond, wat er het wezenlijke, het eigenlijke van is, datgene wat ook eeuwig in de hemelen duren kan. Al wat
om
bijkomstig,
is
en door de zonde in de priesterlijke bediening geschiedt, is
tijdelijk,
is
helpend
om
den misstand
weg
te
ruimen,
maar als ge u dit alles wegdenkt, dan ligt achter dit alles, en blijft dus en komt juist uit, dat door God oorspronkelijk in het priesterschap gelegde: de toewijding met heel het hart aan den levenden God.
En
eindelijk, dit priesterschap
van Aaron was
tegelijk profetisch en toch
werkelijk.
Het was profetisch, in zooverre het overal en op elk punt den mensch, die zondaar wierd, in zijn nood en dood neerwerpt en in zijn ongerechtigheid en onbekwaamheid ten toon stelt, maar om te wijzen op den Onzondlgen mensch die komen, en eens jubelen zou: Zie, ik kom om uw wil doen. In het boek der
te
Wet
staat
van mij geschreven
!"
(Ps.
XL
:
10.)
Onder Aarons priesterschap staat een mensch beneden een dier. De mensch is onrein. Hij mag niet tot het altaar naderen. En als er God dan toch iets gebracht zal worden, dan verkiest de Heere een bok of een var of een ram. Vergelijkenderwijs was die bok en die ram Gode aangenamer dan zulk een zondaar. Vandaar dat in heel Aarons priesterschap de mensch steeds en onveranderlijk als vervuild, als besmet, als walgingwekkend voorkomt, terwijl de dieren er nog mee door kunnen. Streng en scherpelijk breekt daarom Aarons priesterschap alles, alles in den mensch af. Er is niets geheels aan hem. Hij wordt in elke ceremonie onwaardig verklaard. Maar terwijl nu de menschen gelijk ze daar aankomen, één voor één in zich zelven vernietigd en als onwaardig ten toon gesteld worden, toont het priesterschap van Aaron nu evenzeer, dat toch het dier slechts bij manier van representatie optreedt, en dat het toch te doen is om een mensch. En dit nu is de profetie in heel dit priesterschap. Alles heeft dit
in
om
ceremonieel geheel slechts ééne roepstem, een stemme die roept
het heilig Godslam.
Tegelijk echter bezit het werkelijk kracht. Niet wezenlijke wel werke-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's