E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 535
Derde deel
XXXIV&. HOOFDSTUK
ZOND.
weinig weegt,
dan ook wel een bewijs, hoe onvroom en ongodsdienstig
is
geheel onze toestand geworden
bod de hoofdzuil, waar
alle
is.
Voor onze vaderen was
op rustten. Juist als ze aan
toekwamen, waren onze vaderen
hun
in
den naam mint, en wat bezieling ontleent
naam
die
al
aan het SoU Deo
gloria,
In
schreden. der
dit eerste G-ebod
hier
was oorzaak
wat den Gereformeer-
gehoorzaamheid aan
dit eerste
uitnemendheid
bij
plicht, dien dit eerste
Gebod hadden ze het werk
dit
te gehoor-
Gebod hun oplegde. Geen menschen-
woord, maar alleen Gods Woord als hoogste gezag
waarmee
te zijn.
tot de reformatie voortge-
Reformatie tot stand gebracht. Gode meer dan menschen
zamen, was de
te eeren,
tot in het
werk der
m
die
onze vaderen onverbiddelijk pal heeft doen staan, en op de Synode
is
van Dordrecht onze geloofshelden bekwaamd
werk der genade Gode zielen alle vergoding
heeft,
om
althans in het
alleen de eere te geven, en uit de redding onzer
van den vrijen wil
Ook het Pelagianisme toch
niets
is
bannen.
uit te
dan het
stellen in
een scheppende, zelfstandige, onafhankelijke oorzaak. In zal een vrije wil zijn; een vrije wil, die op elk
den mensch van u, in ieder
gegeven oogenblik,
onzer
al
naar
zus of zoo het rad des levens kan doen kenteren
gelust,
en door die keuze van
uw
vrijen wil het lot
in
handen
heeft. Is dit
het dit niet?
Uw
God
ken en van staten bestuurt naar
uw
dan van dien wil een wezenlijke afgod is
voor
uw
besef, die vrije,
onaf han-
door niets gebonden, het lot van vol-
kelijke en almachtige Oorzaak, die,
zijn welgevallen.
Maar met
uw
vrijen
wil vrij te maken, bindt ge God.
Om
onafhankelijk te maken, maakt ge God afhankelijk van wat
uw
wil
keert ge
uw
wil
dit juist
om.
'
van staten en van volken^
de grootste wereldgebeurtenissen, en voor eeuwig de toekomst van
is
"^
het de drang van dit eerste Gebod geweest,
genadewerk indraagt,
ziel
^
zaligheid poogt door te
het
maken, of
^,.-'
was de band
dringen, en door het oprichten van den Vrijen Wil een nieuwen afgod
eigen
s^.,^ '
Gebod hen bond. En toen onze vaderen bespeurden,
eerste
hoe de zonde der afgoderij
gelang het u
^
dan met wel het eerste Gebod
Gebod waren de vaderen
dit
Ge-^
dit eerste
tegenstaat, dat de Gereformeerde zijn
den indruk maken van het Gereformeerde Gebod kracht van
En
kracht.
voor. Is toch kenmerkend onderscheid tusschen
Uit
537
V.
Om uw
maar uw vrije wil beheerscht de wereldgebeurtenissen. lot is niet in de hand van dat Eeuwige Wezen, maar in uw hand. eeuwige zaligheid zelfs hangt niet van God, maar van uw vrijen wil
>
wil kiest. Niet God,
Uw Uw af.
en
En
het eind
systematisch
is,
dat ge, in
uw
naam nog van
feitelijk
Vrijen Wil tot een afgod boven den levenden
hebt verheven, en ter wille van
God hebt verdonkerd.
een God gewagende,
uw
eigen majesteit, de majesteit van
God
uw
>
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's