GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 409

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 409

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG den en

der genade

tijd

uitstelt.

Zoo

zijt,

!

het zich,

verklaart

397

II.

enkel dat de Heer zijnen toorn nog bedwingt

is

Lankmoedig ontfermen

alleen

HOOFDSTUK

XV.

dat wij

allen

in

zonde ontvangen en

geboren worden en daarom der verdoemenisse onderworpen toch het aanzijn op aarde nog vaak zooveel

Komen we nu op den als

heilig

uit

Maria

geboren,

afgescheiden van de zondaren,

hagen,

gelijk

bij

was

in

het oog,

dat in

Gods kon opwekken. Integen-

en

hij

en dat

levensvreugd biedt.

Middelaar, dan springt het

dien Middelaar niets was, dat den toorn deel,

stille

zijn,

als

het

onnoozel,

onbesmet

en

voorwerp van Gods welbein den Tempel betuigd

den Doop en op Thabor en

wierd.

Maar deze Zoon des welbehagens

droeg, heilig, onbesmet en onnoozel,

was, onze natuur; een natuur die Hij van ons genomen had; en genomen had gelijk wij die droegen; d, w. z. die menschelijke natuur, als Hij

waarop de toorn Gods

rustte.

En vandaar

dat Hij van zijn geboorte af,

zoodra Hij met onze natuur zich omkleedde, d. i. „den ganschen tijd zijns levens", den toorn Gods tegen de zonde des ganschen menschelijken geslacht s

De

gedragen

heeft.

menschelijke natuur lag voor

en die geoordeelde natuur

God

geoordeeld van het paradijs

nam de Zoon Gods

heid des zondigen vleesches (Rom. VIII

:

aan. Hij

3).

Zelf

kwam

in

innerlijk,

af,

de gelijknaar

zijn

wezen buiten alle aanraking zelfs met iets, dat ook maar naar zonde zweemde, maar dragende onze natuur, en dragende dus ook den toorn Gods, die op deze onze menschelijke natuur rustte. De uitdrukking van onze Catechismus: „de toorn Gods tegen de zonde des ganschen menschelijken geslachts" Niet,

gelijk

de Arminianen

dit

is

uitleggen,

daartoe zeer gelukkig gekozen. als school

hierin,

dat Christus

menschen zaligmakend gestorven ware. Want Ursinus heeft zelf verklaard. Maar wel in zijn uitlegging deze woorden vlak omgekeerd uitdrukken, als er stond: zou gelukkig gekozen, omdat het de zaak niet „de toorn Gods tegen de zonde der uitverkorenen". Ook de uitverkorenen toch hebben geen zonde als uitverkorenen, maar alleen als behoorende tot een zondig geslacht en staande voor God als voortgekomen uit die menschelijke natuur, waarop zijn toorn rust. Dit is het wat de heilige apostel zegt: „Gij waart van nature kinderen des toorns gelijk ook de voor

alle

anderen."

Onze schuld en onze zonde hangt dus saam met de schuld en zonde van het menschelijk geslacht, waartoe we behooren. Dat geslacht viel in Adam, en in en met Adam al wat uit dit geslacht komen zou en dus in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 409

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's